Afbeelding beeldlijn

TS3.1 Handel aan veehouderijen

icon

Dit document is beschikbaar in 3 verschillende talen

Versie: 1 januari 2023

Download PDF

1. Inleiding

Dit document is een op zichzelf staand document dat een aantal optimale handelswerkwijzen bevat die zijn afgeleid van een op HACCP gebaseerde gevarenanalyse van de tussenhandel in mengvoeder en voedermiddelen.

Deze standaard is gebaseerd op de voormalige Nederlandse Gids voor goede praktijken zoals vermeld in de Diervoederhygiëneverordening, (Vo. EG 183/2005). Een correcte toepassing van deze standaard garandeert echter niet dat de tussenhandelaar geen eigen HACCP-plan hoeft op te stellen. Dat besluit wordt genomen door de bevoegde autoriteit.

Het is de eigen verantwoordelijkheid van een bedrijf om ervoor te zorgen dat de processen die in deze standaard worden beschreven, aansluiten bij de eigen werkmethoden van het bedrijf. Indien items in deze standaard niet adequaat zijn beschreven, wordt van de GMP+ gecertificeerde tussenhandelaar (in dit document verder aangeduid als gecertificeerd bedrijf) verwacht dat hij voor deze items een eigen gevarenanalyse opstelt en de eventueel daaruit voortvloeiende actiepunten vertaalt naar beheersmaatregelen voor het bedrijf.

1.1. Scope en Toepassing van dit document

De voorwaarden van deze standaard zijn van toepassing op tussenhandelaars die voedermiddelen en/of mengvoeders (in dit document verder aangeduid als diervoeder) rechtstreeks van gecertificeerde leveranciers kopen en deze rechtstreeks aan veehouderijen verkopen.

Wat is de scope?

Wij maken een duidelijk onderscheid tussen tussenhandel in verpakt diervoeder en bulk diervoeder. Een gecertificeerd bedrijf kan beide vormen van tussenhandel voeren.

Tussenhandel in verpakt diervoeder

Voor verpakt diervoeder vallen de volgende activiteiten onder de scope:

  • Inkoop bij gecertificeerde leveranciers en;
  • Transport van de producent naar de opslaglocatie en/of het verkooppunt van de tussenhandelaar en;
  • Opslag bij de tussenhandelaar en;
  • Rechtstreekse verkoop (inclusief uitponden) aan veehouderijen en;
  • Transport naar veehouderijen.

Tussenhandel in bulk diervoeder

Voor bulk diervoeder vallen de volgende activiteiten onder de scope:

  • Inkoop bij gecertificeerde leveranciers en;
  • Rechtstreekse verkoop aan veehouderijen.

Indien een GMP+ gecertificeerd bedrijf activiteiten uitvoert met diervoeders die buiten de scope van deze standaard vallen, kan het nodig zijn om een andere GMP+ FSA standaard toe te passen in plaats van of in aanvulling op deze standaard. Zie voor exacte details F0.3 Scopes voor certificatie.

Transport en opslag kan men uitbesteden aan bedrijven met een relevant GMP+ certificaat.

Het gecertificeerde bedrijf mag handelen in diervoeder van niet-GMP+ gecertificeerde leveranciers of in niet-diervoeders (bijvoorbeeld diergeneesmiddelen, kunstmest en andere producten voor dieren en tuinproducten). Het gecertificeerde bedrijf moet:

  • dit type handel in het Feed Safety Management System opnemen;
  • (diervoeder- en niet-diervoeder gerelateerde) activiteiten, processen, producten of diensten die niet onder de scope van GMP+ certificatie vallen, zowel fysiek als administratief volledig gescheiden houden van de handel in GMP+ geborgd diervoeder;
  • waar nodig andere beheersmaatregelen implementeren en monitoren, op basis van een HACCP-analyse, om ervoor te zorgen dat het GMP+ geborgde diervoeder niet negatief wordt beïnvloed door bovengenoemde activiteiten, processen, producten of diensten.

Alle activiteiten die van invloed kunnen zijn op de voederveiligheid moeten beschikbaar zijn voor auditing.

1.2. De structuur van dit document

Deze standaard is op een specifieke manier gestructureerd. Hij bestaat uit twee meer algemene hoofdstukken gevolgd door hoofdstuk 3, 4 en 5 met gedetailleerde voorwaarden voor het gecertificeerde bedrijf. Hoofdstuk 6 bevat registratieformulieren die gecertificeerde bedrijven kunnen gebruiken in hun dagelijkse bedrijfsvoering bij de toepassing van de voorwaarden die zijn opgenomen in de hoofdtukken 3, 4 en 5 van dit document.

GMP+ Technische Specificaties waarnaar ook wordt verwezen, zijn aparte GMP+ documenten.

Wanneer deze standaard verwijst naar een dergelijk GMP+ document, moet het GMP+ gecertificeerde bedrijf ervoor zorgen dat aan de voorwaarden uit dat document wordt voldaan. Deze documenten zijn te vinden op de website van GMP+ International (www.gmpplus.org).

Voor de verklarende lijst van relevante termen en definities zie F0.2 Definitielijst.

1.3. Uitsluiting van voorwaarden

Het is mogelijk dat bepaalde voorwaarden niet van toepassing zijn op een gecertificeerd bedrijf. In dat geval kan een gecertificeerd bedrijf deze specifieke voorwaarden uitsluiten. Uitsluitingen moeten echter worden gemotiveerd en geregistreerd. De uitsluitingen mogen er in geen geval toe leiden dat de deelnemer diervoeder levert dat niet voldoet aan de voederveiligheid zoals gedefinieerd in de GMP+ FSA-module.

Voorwaarden mogen niet worden uitgesloten omdat de gecertificeerde onderneming ze niet relevant acht. Bijvoorbeeld omdat afnemers er niet om vragen, of omdat het voldoen aan deze voorwaarden geen wettelijke verplichting is; of omdat het gecertificeerde bedrijf zichzelf te klein vindt.

2. Normatieve verwijzingen

Het gecertificeerde bedrijf moet voldoen aan de productnormen en voorwaarden zoals vastgelegd in de diervoederwet- en regelgeving.De productnormen staan vermeld in een GMP+ document met de titel TS1.5 Specifieke voederveiligheidsnormen. In onderstaand overzicht is de van toepassing zijnde diervoederwetgeving opgenomen.

Nummer

Verwijzing naar:

Officiële titel

-

Regeling diervoeders


Regeling diervoeders 2012

178/2002

Algemene Levensmiddelen Verordening

Verordening (EG) Nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden.

183/2005

Diervoeder Hygiëne Verordening

Verordening (EG) Nr. 183/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 12 januari 2005 tot vaststelling van voorschriften voor diervoederhygiëne.

2002/32/EG

Ongewenste stoffen

Richtlijn 2002/32/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 mei 2002 inzake ongewenste stoffen in diervoeding.

999/2001

Dierlijke eiwitten


Verordening (EG) Nr. 999/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 houdende vaststelling van voorschriften inzake preventie, bestrijding en uitroeiing van bepaalde overdraagbare spongiforme encefalopathieën.

-

Besluit

Diergeneesmiddelen

Overheidsbesluit van 2 november 2012, betreffende aanvullende regels omtrent diergeneesmiddelen (Besluit diergenees­middelen)

Houd er rekening mee dat de bestaande wetgeving vaak verandert. Alle latere relevante wijzigingen van de oorspronkelijke wetgeving zijn terug te vinden in zogenaamde "geconsolideerde wetsteksten". Deze geconsolideerde versies hebben echter geen officiële status. Ze worden over het algemeen ook niet bijgewerkt om de meest recente wijzigingen in de wetgeving op te nemen. In het inleidende gedeelte van de geconsolideerde wetsteksten worden de meest recente wijzigingen opgesomd. Om de transparantie te vergroten, vermeldt dit document uitsluitend de oorspronkelijke wetgeving, en niet de gewijzigde wetgeving.

OPMERKING: de actuele diervoederwetgeving is te raadplegen via bijgaande link.

3. HACCP systeemvoorwaarden

3.1. Directieverantwoordelijkheid

3.1.1. Algemeen

Het gecertificeerde bedrijf moet zich altijd bewust zijn van zijn verantwoordelijkheid voor de veiligheid van diervoede gedurende de periode dat hij het diervoeder verhandelt en wanneer het gecertificeerde bedrijf verpakt diervoeder verzamelt, opslaat, bewaart, opnieuw verpakt en levert.

Het gecertificeerde bedrijf moet ervoor zorgen dat deze activiteiten zodanig worden beheerst en uitgevoerd dat alle gevaren die van invloed kunnen zijn op de voederveiligheid worden voorkomen, geëlimineerd of tot een minimum beperkt.

  1. Het gecertificeerde bedrijf moet zijn activiteiten beschrijven (zie hoofdstuk 5, overzicht procesbeheersing);
  2. Activiteiten die niet onder de scope van dit document vallen (inclusief de opslag van kunstmest en huisdiervoeder) mogen geen negatieve invloed hebben op de diervoederproducten.

Voor een beschrijving van de activiteiten kan het gecertificeerde bedrijf registratieformulier 1 gebruiken.

3.2. Kwaliteitshandboek

Om de voederveiligheid te kunnen waarborgen moet het gecertificeerde bedrijf over minimale procedures beschikken ten aanzien van documentatie en registratie, identificatie en traceerbaarheid, klachtenregistratie en terugroepen van producten.

3.2.1. Documentatie en Registratie

Het gecertificeerde bedrijf moet een documentatiesysteem hebben om kritische punten in de tussenhandel vast te stellen en te beheersen.

Het bedrijf moet een register bijhouden met de vereiste documentatie, de vereiste registraties en inspecties. De registraties moeten worden vastgesteld en bijgewerkt om het bewijs te leveren dat men aan de voorwaarden in dit document voldoet, teneinde de voederveiligheid te garanderen.

Het gecertificeerde bedrijf moet een handboek opstellen en bijwerken. Deze handboek moet ten minste de volgende documentatie bevatten of ernaar verwijzen, indien van toepassing:

  1. Een beschrijving van alle activiteiten van het gecertificeerde bedrijf zoals vereist in § 3.1.1;
  2. Gedocumenteerde procedures zoals in § 3.2 en;
  3. Alle andere documenten die het gecertificeerde bedrijf nodig heeft voor het realiseren van een effectieve planning, uitvoering en beheersing van de tussenhandel;
  4. De volgens dit document vereiste registraties;
  5. Registraties van inspecties en analyseresultaten;
  6. Alle relevante wettelijk vereiste toestemmingen, registraties en certificeringen op grond van de diervoederwet- en regelgeving.
  7. Registratie van inspectieverslagen en certificaten in het kader van het GMP+ Feed Certification scheme.

Men moet een gedocumenteerde procedure opstellen voor beheersing, identificatie, opslag, bescherming, opsporing, duur van de opslag en vernietiging van registraties. De volgende minimumvoorwaarden zijn van toepassing:

  1. De registraties moeten leesbaar, gemakkelijk herkenbaar en terug te vinden zijn;
  2. De bewaartermijn voor registraties is ten minste drie jaar, tenzij bij wet of andere regelgeving een langere bewaartermijn is vereist;

Bovengenoemde documenten en registraties moeten gemakkelijk toegankelijk zijn en op verzoek aan de bevoegde autoriteiten ter beschikking worden gesteld.

3.2.2. Identificatie en Traceerbaarheid

Het diervoeder moet traceerbaar zijn vanaf het moment van aankoop, tot en met de verkoop, inclusief het transport.

Het gecertificeerde bedrijf moet ten minste de volgende gegevens in zijn administratie opnemen:

Inkoop:

  1. Naam, adres en telefoonnummer van de leveranciers van mengvoeders en voedermiddelen;
  2. Leverdatum;
  3. Type diervoeder en samenstelling (het gecertificeerde bedrijf mag de informatie uit de productspecificaties van zijn leveranciers gebruiken);
  4. De hoeveelheid van elk geleverd diervoeder;
  5. Het chargenummer, indien van toepassing. Dit wordt ook wel het referentienummer, partijnummer of lotnummer genoemd.

De meeste van deze informatie zal beschikbaar zijn op de aankooporders, die moeten worden bewaard.

Uitponden:

  1. Datum van aanbreken van de zak;
  2. Type diervoeder;
  3. Het chargenummer indien van toepassing. Dit wordt ook wel het referentienummer, partijnummer of lotnummer genoemd.

Verkoop:


Om de schade in geval van calamiteiten zoveel mogelijk te beperken, moet het gecertificeerde bedrijf een redelijke inspanning leveren om de volgende gegevens van zijn klanten in de veehouderij te registreren:

  1. Naam, adres, telefoonnummer en UBN-nummer van de afnemers;
  2. Leverdatum;
  3. Type diervoeder;
  4. De hoeveelheid van elk geleverd diervoeder;
  5. Het chargenummer, indien van toepassing. Dit wordt ook wel het referentienummer, partijnummer of lotnummer genoemd.
  6. Transporteurs (indien van toepassing).

Professionele veehouderijen hebben een UBN-nummer (Uniek Bedrijfsnummer). Alle andere afnemers worden beschouwd als hobbyveehouderijen.

3.2.3. Registratie van Klachten en Incidenten

Het gecertificeerde bedrijf moet een systeem opzetten voor de registratie en verwerking van klachten of incidenten Het is mogelijk dat een klacht of incident van dien aard is dat het leidt tot een gevaar voor de voederveiligheid. In sommige gevallen wordt niet voldaan aan de geldende normen. Andere gevallen kunnen betrekking hebben op klachten of afwijkingen, zoals niet-conforme verpakking, onjuiste levering, overschrijding van de voedergarantiedatum, afwijkingen in het transport, geconstateerd ongedierte etc.

Het gecertificeerde bedrijf moet dan beheersmaatregelen treffen om het geconstateerde gevaar te voorkomen of te beheersen.

De wijze waarop klachten of incidenten met betrekking tot diervoeder worden geïnterpreteerd of verwerkt is afhankelijk van de klacht. Er kan een gedeelde verantwoordelijkheid zijn tussen het gecertificeerde bedrijf en zijn leverancier. Overleg met de leverancier kan nodig zijn.

In alle gevallen moet het gecertificeerde bedrijf:

  1. De klacht / het incident registreren;
  2. Voor de registratie en verwerking van klachten kan het bedrijf registratieformulier 2 gebruiken.
  3. Contact opnemen met de diervoederleverancier;
  4. In overleg met de leverancier de hoofdoorzaak afleiden en corrigerende maatregelen nemen;
  5. De genomen corrigerende maatregelen registreren;
    Dit kan ook door de leverancier worden gemeld. Het gecertificeerde bedrijf moet in dat geval een kopie van de rapportage van de leverancier in zijn administratie bewaren.
  6. Schriftelijke feedback ontvangen van de leverancier met betrekking tot het definitieve proces/oplossing en afronding van de rapportage.

Early Warning System (EWS)

  1. In het geval van een potentieel gevaar dat niet kan worden beheerst door het gecertificeerde bedrijf en/of de leverancier, en dat ook schade kan toebrengen aan andere partijen, moet men de klacht melden aan GMP+ International (in het kader van het Early Warning System). Overleg met GMP+ International is nodig om na te gaan of dit gevolgen heeft voor het betreffende diervoeder.
  2. Men moet in alle gevallen registratieformulier 3 gebruiken, indien een klacht / incident bij GMP+ International wordt gemeld.

3.2.4. Terugroepen van diervoeder (recall)

Het gecertificeerde bedrijf moet een snelle recall procedure hebben en deze implementeren in het geval dat een diervoeder wordt ontdekt dat onveilig is voor mensen en/of dieren. Dit kan gebeuren na een klacht of een incident (zie § 3.2.3) of op verzoek van de diervoederleverancier. Het terugroepen van diervoeder is, afhankelijk van de klacht, een gedeelde verantwoordelijkheid. De leverancier heeft de informatie van het gecertificeerde bedrijf nodig en omgekeerd. Overleg met de leverancier kan nodig zijn.

Voordat teruggeroepen (geretourneerde) diervoeders weer op de markt worden gebracht, moet het gecertificeerde bedrijf deze opnieuw beoordelen aan de hand van een kwaliteitsbeheerprocedure (zie § 5.2.1).

Het gecertificeerde bedrijf moet in overleg met de leverancier de volgende maatregelen nemen:

  1. Onmiddellijk, eventueel na ontvangst van een verzoek daartoe van de leverancier, informatie verstrekken over één of meer geleverde zendingen. Dit betreft de informatie zoals vermeld in § 3.2.2: Naam, adres, telefoonnummer en indien van toepassing UBN-nummer van afnemers, leverdatum en hoeveelheid;
  2. Onmiddellijk de particulieren/afnemers/het algemene publiek op de hoogte stellen van onveilig diervoeder.
  3. Onmiddellijk de diervoeders blokkeren of laten blokkeren;
  4. De diervoeders terugroepen en terugsturen naar de leverancier. Appendix 1 bevat richtlijnen voor een recallplan.

Indien de consumptie van een diervoeder kan leiden tot nadelige gevolgen voor de gezondheid van mens of dier en de afnemers van dit diervoeder niet allemaal rechtstreeks kunnen worden gecontacteerd, moet het bedrijf de afnemers van het diervoeder via de media waarschuwen. Afhankelijk van het verspreidingsgebied van het product kunnen regionale of landelijke kranten worden gebruikt, altijd in combinatie met een persbericht. Zie Appendix 1 voor een voorbeeld van een dergelijke advertentie.

3.3. Verificatie (interne audit)

Om de naleving van de voorwaarden in dit document te controleren, moet het gecertificeerde bedrijf het systeem verifiëren door middel van analyse en/of beoordeling via een interne audit. Het gecertificeerde bedrijf kan voor het uitvoeren van een dergelijke interne audit registratieformulier 4 gebruiken.

De verificatie (interne audit) moet minimaal één keer per 12 maanden worden uitgevoerd. Indien het antwoord op een van de vragen "nee" is, moet het bedrijf binnen een maand na de implementatie ervan corrigerende maatregelen nemen en de effectiviteit ervan controleren. Deze werkwijze moet worden herhaald totdat volledig aan de voorwaarden wordt voldaan.

4. Basisvoorwaarden

Het basisvoorwaardenprogramma voor de tussenhandel in diervoeder bestaat uit vijf onderdelen, zoals aangegeven in het onderstaande schema.

4.1. Personeel

Het gecertificeerde bedrijf en het personeel dat activiteiten uitvoert die van invloed kunnen zijn op de voederveiligheid, moet voldoende deskundig, vakkundig en bekwaam zijn. Bovendien moeten het gecertificeerde bedrijf en het personeel zich bewust zijn van het belang van hun activiteiten met betrekking tot de voederveiligheid.

  1. Dit kan worden gebaseerd op een certificaat of gelijkwaardige ervaring op het gebied van voederveiligheid.
  2. Het actualiseren van kennis door middel van literatuur en cursussen op dit gebied is wenselijk. Dit geldt ook voor tijdelijk personeel;
  3. Het gecertificeerde bedrijf moet de verantwoordelijkheden en bevoegdheden van iedere werknemer in een registratieformulier vastleggen, evenals hun opleidings- en beroepservaringsniveaus.
  4. Indien relevant moet de kwaliteitsbeheersing worden toevertrouwd aan een persoon met de vereiste kwalificaties.
  5. Alle personeelsleden moeten schriftelijk op de hoogte worden gebracht van hun taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden met betrekking tot de voederveiligheid.

Registratieformulier 5 specificeert de bovengenoemde punten.

4.2. Bedrijfsinrichting

Het bedrijfsterrein moet zo worden ingericht en onderhouden dat:

  1. het risico op fouten tot een minimum wordt beperkt en verontreiniging, kruisbesmetting en algemene achteruitgang van de veiligheid en kwaliteit van de diervoeders zoveel mogelijk worden voorkomen;
  2. elke onduidelijkheid tussen de verschillende producten wordt voorkomen, de producten gemakkelijk te identificeren zijn en kruisbesmetting en achteruitgang worden voorkomen.

Algemeen:

  1. De diervoeders moeten worden opgeslagen in schone en droge ruimten;
  2. De opslagruimte moet in uitstekende staat van onderhoud verkeren;
  3. De opslagruimte moet worden verlicht met voldoende daglicht en/of kunstlicht om de werkzaamheden in goede staat te kunnen uitvoeren.
  4. Waar nodig moet de temperatuur zo laag mogelijk worden gehouden om condensatie en ontbinding te voorkomen;
  5. De opslagruimten moeten uitsluitend toegankelijk zijn voor personen met toestemming van het bedrijf.

Ramen, deuren en andere openingen:

  1. Ramen en andere openingen moeten zo zijn geconstrueerd dat ze gevaarlijke organismen weren. Deuren moeten goed sluiten en in gesloten toestand ondoordringbaar zijn voor gevaarlijke/ schadelijke organismen en ongedierte. Alle openingen moeten zoveel mogelijk worden gesloten als de werkzaamheden toelaten. Ramen moeten, indien nodig, voorzien zijn van horren;
  2. Wanneer het sluiten niet of niet altijd mogelijk is (bijvoorbeeld bij ventilatoren, deuren etc.), moeten er maatregelen worden genomen (bijvoorbeeld in de vorm van kunststof flappen of hordeuren) om de toegangsmogelijkheden voor ongedierte te beperken.

Plafonds:

  1. Plafonds en plafondelementen moeten zo nodig zodanig worden ontworpen, geconstrueerd en afgewerkt dat men voorkomt dat vuil zich ophoopt en dat condensatie, ongewenste schimmelgroei en losse deeltjes worden beperkt, die de veiligheid en kwaliteit van het diervoeder kunnen aantasten.

4.3. Ongediertebestrijding

Het gecertificeerde bedrijf moet voorkomen dat dieren, ongedierte of uitwerpselen in contact komen met het (opgeslagen) diervoeder. Het gecertificeerde bedrijf moet een ongedierte­bestrijdings­plan opstellen:

Het bestrijdingsplan moet minimaal de volgende elementen bevatten:

  1. De soorten ongedierte die door het plan worden bestreden;
  2. De hulpmiddelen en stoffen die worden gebruikt om de aanwezigheid van ongedierte te voorkomen en tegen te gaan; voor ongediertebestrijding en -verdelging worden alleen toegestane middelen gebruikt.
  3. Waar (en met welke frequentie) de maatregelen moeten worden uitgevoerd.

Voor de registratie van de gegevens kan het bedrijf registratieformulier 6 gebruiken.

Indien een professioneel ongediertebestrijdings- en verdelgingsbedrijf wordt gebruikt, kan worden volstaan met het bewaren van de door het ongediertebestrijdingsbedrijf verstrekte registratiebronnen.

De ongediertebestrijding moet worden uitgevoerd door een officieel ongediertebestrijdings­bedrijf of door voldoende gekwalificeerd en gecertificeerd personeel.

Raadpleeg de laatste update van toegestane bestrijdings- en verdelgingsmiddelen in de database van het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) op het internet: https://www.ctgb.nl/

4.4. Reiniging en Desinfectie

Achteruitgang en stof moeten worden voorkomen en beheerst om te voorkomen dat gevaarlijke organismen in het diervoeder terechtkomen.

Er moeten reinigingsprogramma's worden geïmplementeerd met betrekking tot de opslagruimten voor diervoeder (tussenopslag en verkooppunt) en de ruimten waar afval wordt opgeslagen (zie § 4.5). Indien van toepassing moeten sporen van reinigings- en desinfectiemiddelen tot een minimum worden beperkt.

Het reinigingsprogramma moet ten minste de volgende elementen omvatten:

  1. De verantwoordelijkheden met betrekking tot de reiniging;
  2. Beschrijving van de relevante ruimten;
  3. De reinigingsfrequentie;
  4. Toepassing van verschillende reinigings- en desinfectieregimes, afhankelijk van de diervoederproducten;
  5. Reinigings- en desinfectiemiddelen. Deze moeten geschikt zijn voor het werkelijke gebruik. Bovendien mogen ze geen risico voor de voederveiligheid vormen.

Voor de registratie van de gegevens kan het bedrijf registratieformulier 7 gebruiken.

4.5. Afval en Giftig materiaal

Men moet het afval en giftig materiaal (inclusief gewasbeschermingsmiddelen, reinigingsmiddelen, ongediertebestrijdingsmiddelen, meststoffen en kunstmest):

  1. visueel als zodanig markeren en
  2. afschermen om het risico van ongelukken of onbedoeld gebruik uit te sluiten.

Bovendien moet men het afval:

  1. inzamelen of opslaan in aparte containers. De containers moeten gemakkelijk te herkennen zijn en worden afgedekt, als het afval ongedierte en insecten zou kunnen aantrekken;
  2. gescheiden van diervoeder opslaan;

De GMP+ gecertificeerde tussenhandelaar moet duidelijk maken hoe afval en afvalverwijdering worden beheerst. Het gecertificeerde bedrijf moet kunnen aantonen dat afval niet in de diervoederketen is terechtgekomen en er niet terecht kan komen. Men moet altijd de ontvangstbewijzen van afnemers bewaren.

5. Procesbeheersing

De kritische punten in het proces zijn bepaald op basis van een generieke specificatie van HACCP-stappen voor de tussenhandel in de diervoedersector en er zijn algemene beheersmaatregelen vastgesteld - zie de samenvatting.

Samenvattend overzicht van gevaren, beheersmaatregelen, bewaking en corrigerende acties

PROCESSTAP

OMSCHRIJVING GEVAAR

RISICO-INSCHATTING 1

TYPE BEHEERSMAATREGELEN


MONITORING

FREQUENTIE

CORRIGERENDE MAATREGELEN BIJ AFWIJKINGEN

REGISTRATIE



KANS

ERNST

RISICOKLASSE






Inkoop

(par. 51)

Diervoeder voldoet niet aan de wettelijke en GMP+ eisen

klein

groot

3

uitsluitend inkoop van mengvoeders en voedermiddelen bij i.h.k.v. de DHV geregistreerde of erkende bedrijven.

uitsluitend inkoop van mengvoeders en voedermiddelen bij GMP+ gecertificeerde leveranciers.

Beschikt leverancier nog over een geldige registratie of erkenning.

Beschikt producent nog over een GMP+ of gelijkwaardig certificaat

Minimaal 1 keer per 12 maanden

Geen inkoop

Afwijkingen registreren op registratieformulier 8

Transport

Aanvoer

(par. 5.5)

(kruis)besmet­ting product

matig

matig

3

Aan- en afvoer transport van verpakte diervoeders in eigen beheer

- laadruimte dient schoon en droog te zijn

- laadruimte volledig leeg en vrij van ladingsresten en geur van voorgaande ladingen

- bij samenladingen diervoeders gescheiden houden

Visuele laadruimte

inspectie

Voor iedere belading van de laadruimte

Niet beladen. Voor belading eerst reinigen

van de laadruimte.

Afwijkingen registreren op registratieformulier 8



klein

matig

2

Afleveren door derden van bulk en verpakt diervoeder

- Uitsluitend door geregistreerde of erkende transporteurs die volgens de hygiënecode wegtransport werken.

- Verpakt: Uitsluitend bij bedrijven die voldoen aan eisen paragraaf 5.5.1. en overeenkomst mee gesloten is.

- Bulk: Uitsluitend GMP+ gecertificeerde transporteur

Beschikt transporteur nog over een geldige registratie of erkenning.

Nagaan of het bedrijf de afspraken nakomt

Beschikt transporteur nog over een GMP+ of gelijkwaardig certificaat.

Minimaal 1 keer per 12 maanden

Geen gebruik meer van maken

Afwijkingen registreren op registratieformulier 8

Ontvangst (par. 5.2)

Kwaliteitsverlies

klein

matig

2

- Verpakking schoon en onbeschadigd.

- Garantiedatum niet gepasseerd

Visuele controle.

Iedere levering

Verwijderen als afval of; terugsturen naar leverancier

Afwijkingen registreren op registratieformulier 8

Kruisbesmetting/veront­reiniging

klein

matig

2

- diervoeders die in contact zijn geweest met dieren niet meer retour nemen.

Beoordelen of retour mogelijk is.

Iedere retour

Verwijderen als afval of; terugsturen naar leverancier

Afwijkingen registreren op registratieformulier 8

Opslag

(par. 5.3)

Kwaliteitsverlies en

Kruisbesmetting

klein

matig

matig

matig

2

3

Opslag van verpakte diervoeders op het eigen bedrijf.

- kapotte verpakkingen repareren/verwijderen

- verpakkingen niet op de grond plaatsen

- etiketten leesbaar

- garantiedatum niet overschrijden, fifo uitleveren

- gescheiden opslag diervoeder & niet-diervoeders

Visuele controle verpakkingen

Regelmatig, minimaal 1 keer per 12 maanden

Verwijderen als afval of; terugsturen naar leverancier

Afwijkingen registreren op registratieformulier 8


klein

matig

2

Opslag bij derden van bulk en verpakte producten

- Uitsluitend door geregistreerde of erkende opslagbedrijven die volgens de DHV werken.

- Verpakt: Uitsluitend bij bedrijven die voldoen aan eisen par. 5.3.1. en over-eenkomst mee gesloten is.

- Bulk: Uitsluitend GMP+ gecertificeerde opslagbedrijven.

Beschikt opslagbedrijf nog over een geldige registratie of erkenning.

Nagaan of het bedrijf de afspraken nakomt

Beschikt opslagbedrijf nog over een GMP+ of gelijkwaardig certificaat

Regelmatig, minimaal 1 keer per 12 maanden


Afwijkingen registreren op registratieformulier 8

Verkoop (incl. opnieuw verpakken en uitleveren)

(par. 5.4)

Diervoeder niet geschikt voor diersoort

klein

groot

3

- diervoeder verkopen bestemd voor diersoort volgens vermelding op verpakking en/of product specificatie blad.

Controle van informatie op etiket/product specificatie blad

Iedere verkoop

Retour nemen en/of contact op met leverancier en bepaal corrigerende maatregel

Afwijkingen registreren op registratieformulier 8

Transport afvoer

(par. 5.5)

Zie transport aanvoer

matig

matig

3

Zie transport aanvoer

Zie transport aanvoer

Zie transport aanvoer

Zie transport aanvoer

Zie transport aanvoer

5.1. Inkoop

Het gecertificeerde bedrijf koopt uitsluitend mengvoeders en/of voedermiddelen in bij leveranciers die gecertificeerd zijn met een GMP+ certificaat (scope: Productie en/of handel in diervoeders), of met een gelijkwaardig certificaat:

  1. Bewaar een kopie van het certificaat in de administratie. Dit is niet nodig als de producent is opgenomen in de GMP+ International database, zie www.gmpplus.org.
  2. Controleer regelmatig of de leverancier nog steeds aan de geldende voorwaarden voldoet, bijvoorbeeld één keer per 12 maanden.
  3. Alle onregelmatigheden met betrekking tot de aankoop moet men registreren op registratieformulier 8.

5.2. Ontvangst van verpakte producten op eigen bedrijf

Het gecertificeerde bedrijf mag uitsluitend (verpakte) diervoeders aannemen, indien deze voldoen aan de geldende voorwaarden om kwaliteitsverlies, kruisbesmetting en/of (gevaarlijke) verontreiniging in volgende stadia van het proces te voorkomen.

  1. Het verpakkingsmateriaal van de diervoeders moet bij levering schoon en intact zijn. Controleer de verpakking van elke levering;
  2. Controleer of het diervoeder een etiket heeft. Zo niet, neem dan contact op met de leverancier;
  3. De diervoeders mogen niet over de garantiedatum heen zijn. Controleer de garantiedatum van diervoeders bij elke levering.
  4. Als een diervoeder of de verpakking niet aan de voorwaarden voldoet, moet deze worden verwijderd of geretourneerd aan de leverancier (afhankelijk van de afspraken met de producent);
  5. Alle onregelmatigheden met betrekking tot het aannemen van de levering moet men registreren op registratieformulier 8.

5.2.1. Retouren

In het geval van een mogelijk retour (bijvoorbeeld door fouten in de bestelprocedure) moet het gecertificeerde bedrijf beoordelen welke acties moeten worden ondernomen.

  1. Het gecertificeerde bedrijf moet beoordelen of retouren mogelijk zijn door fouten in de bestelprocedure (diervoeders moeten de originele, schone en ongeopende verpakking met het originele etiket hebben; het product is niet in de stal geweest en is niet in contact geweest met dieren, etc.);
  2. Om te voorkomen dat ziektekiemen en ziekten zich verspreiden, wordt verpakt diervoeder dat in contact is geweest met dieren niet geaccepteerd als retour. Deze diervoeders moeten gemakkelijk te herkennen zijn en moeten als afval worden beschouwd;
  3. Retouren moeten worden geregistreerd. Men kan registratieformulier 8 gebruiken om deze registratie te beschrijven (inclusief de oorzaak).

5.3. Opslag

5.3.1. Opslag van verpakt diervoeder op eigen bedrijf

De door het gecertificeerde bedrijf gekochte (verpakte) diervoeders moeten zodanig worden opgeslagen dat kwaliteitsverlies, kruisbesmetting en/of (gevaarlijke) besmetting wordt voorkomen.

  1. De diervoeders moeten zoveel mogelijk volgens het FIFO-principe worden opgeslagen en geleverd. Zorg ervoor dat de datum van binnenkomst of een partijcode op de verpakking wordt vermeld, indien de leverancier dit nog niet heeft gedaan;
  2. Plaats het diervoeder niet rechtstreeks op de grond. Gebruik bijvoorbeeld pallets of stellingen;
  3. Om kruisbesmetting te voorkomen, mag het diervoeder niet in contact komen met niet-diervoeders, waaronder gewasbeschermingsmiddelen, reinigingsmiddelen, ongediertebestrijdingsmiddelen, meststoffen, kunstmest enz.
  4. GMP+ geborgde diervoeder mag niet in contact komen met niet-GMP+ geborgd diervoeder.

Inspectie van diervoeder:

  1. Controleer regelmatig de verpakking en het etiket. De verpakking moet schoon en onbeschadigd zijn. Repareer kapotte verpakkingen of verwijder kapotte zakken (zie § 4.5);
  2. Etiketten moeten duidelijk leesbaar zijn;
  3. Controleer regelmatig of het diervoeder niet over de garantiedatum heen is;
  4. Alle onregelmatigheden met betrekking tot de opslag en de levering moet men registreren op registratieformulier 8.

5.3.2. Opslag van Bulk- en Verpakte diervoederproducten bij derden

Als het gecertificeerde bedrijf de opslag uitbesteedt aan een extern (opslag)bedrijf, dan:

Verpakt:

  1. Het (opslag)bedrijf hoeft niet GMP+ gecertificeerd te zijn, maar moet voldoen aan de voorwaarden die gelden voor opslag op eigen terrein, zie § 5.3.1.
  2. De tussenhandelaar moet hierover afspraken maken met het (opslag)bedrijf. Deze afspraken moeten worden vastgelegd in een contract. Een voorbeeld van een dergelijk contract is opgenomen in Appendix 2.

Bulk:

  1. Het (opslag)bedrijf moet GMP+ gecertificeerd zijn voor de scope Opslag, of;
  2. Moet gecertificeerd zijn met een gelijkwaardig certificaat;
  3. Een kopie van het certificaat moet in de administratie van het bedrijf aanwezig zijn. Dit is niet nodig als het (opslag)bedrijf is opgenomen in de bedrijfsdatabase van GMP+ International, zie www.gmpplus.org.
  4. Het gecertificeerde bedrijf moet regelmatig controleren of het (opslag)bedrijf nog steeds voldoet aan de geldende voorwaarden, bijvoorbeeld één keer per 12 maanden.
  5. Alle onregelmatigheden met betrekking tot de externe opslag moet men registreren op registratieformulier 8.

5.4. Verkoop (inclusief uitponden en levering)

Het gecertificeerde bedrijf verkoopt uitsluitend diervoeder aan veehouderijen. Het diervoeder moet geschikt zijn voor de beoogde diersoort.

  1. Bij het uitponden van producten moeten de etiketgegevens van de desbetreffende diervoeders op het verkooppunt voor controle beschikbaar zijn. Dit betekent dat boven elk schap, of bij de kassa, een bordje moet staan dat de etiketgegevens van de betreffende diervoeders op verzoek kunnen worden ingezien en in een mapje beschikbaar zijn. Deze kunnen ook in digitale vorm beschikbaar zijn en kunnen op verzoek worden afgedrukt;
  2. Diervoeders die de garantiedatum bijna hebben overschreden, mogen alleen worden geleverd als het zeker is dat het diervoeder vóór de garantiedatum aan de dieren wordt gevoerd.
  3. Zie TS1.8 Etikettering voor aanvullende voorwaarden met betrekking tot het verhandelen van GMP+ geborgde diervoeders en aanvullende etiketteringsvoorwaarden.
  4. Alle onregelmatigheden met betrekking tot de verkoop moet men registreren op registratieformulier 8.

5.5. Transport

5.5.1. Inkomend en Uitgaand transport van verpakte producten in eigen beheer

Indien het gecertificeerde bedrijf het verpakte diervoer naar het eigen bedrijf en/of naar de afnemer vervoert, moeten het laadcompartiment en de technische hulpmiddelen van het (de) gebruikte transportmiddel(en) schoon zijn.

  1. De laadruimte moet schoon en droog zijn;
  2. De laadruimte moet volledig leeg zijn en vrij van ladingsresidu en geur van voorgaande ladingen;
  3. Indien de laadruimte niet voldoet aan de eisen onder a) en b), is reiniging noodzakelijk. De laadruimte moet minimaal worden uitgeveegd;
  4. In geval van gecombineerde ladingen van diervoeders en andere producten/materialen moet men kruisbesmetting voorkomen;
  5. Alle onregelmatigheden met betrekking tot het transport moet men registreren op registratieformulier 8.

5.5.2. Levering van Bulk- en Verpakte producten door derden

Indien het gecertificeerde bedrijf het transport uitbesteedt aan een extern (transport)bedrijf, dan geldt:

Verpakt:

  1. Het (transport)bedrijf moet gecertificeerd zijn voor de scope Wegtransport -of;
  2. Het (transport)bedrijf is niet GMP+ gecertificeerd, maar moet voldoen aan de voorwaarden die gelden voor transport in eigen beheer, zie § 5.5.1.
  3. Het gecertificeerde bedrijf moet hierover afspraken maken met het (transport)bedrijf. Deze afspraken moeten worden vastgelegd in een contract. Een voorbeeld van een dergelijke contract is opgenomen in Appendix 3.

Bulk:

  1. Het (transport)bedrijf moet beschikken over een scope Wegtransport - of een gelijkwaardig certificaat;
  2. Een kopie van het certificaat moet in de administratie van het (transport)bedrijf aanwezig zijn. Dit is niet nodig als de transporteur is opgenomen in de bedrijfsdatabase van GMP+ International, zie www.gmpplus.org.
  3. Het gecertificeerde bedrijf moet regelmatig controleren of het (transport)bedrijf nog steeds aan de geldende voorwaarden voldoet, bijvoorbeeld één keer per 12 maanden.
  4. Alle onregelmatigheden met betrekking tot extern transport moet men registreren op registratieformulier 8.

6. Registratieformulieren voor de standaard voor tussenhandel

Deze registratieformulieren vormen een belangrijk deel van de procesbeheersing. Hiermee kan zichtbaar worden gemaakt dat de beschreven procedures zijn uitgevoerd. De registratieformulieren zijn slechts voorbeelden. Indien op een bedrijf formulieren voorhanden zijn die dezelfde of mogelijk nog meer informatie verstrekken, is gebruik van de aanwezige formulieren ook toegestaan.

Let op: maak kopieën van de formulieren.

De volgende registratieformulieren zijn beschikbaar:

Registratieformulier 1 - activiteiten tussenhandelaar

Registratieformulier 2 – klachtenregistratie formulier

Registratieformulier 3 - EWS Meldingsformulier

Registratieformulier 4 - vragenlijst interne audit en verificatie

Registratieformulier 5 - overzicht medewerkers

Registratieformulier 6 - ongediertebestrijding

Registratieformulier 7 - reiniging

Registratieformulier 8 - afwijkende situaties

REGISTRATIEFORMULIER 1: ACTIVITEITEN TUSSENHANDELAAR

Address details

Naam bedrijf / organisatie :………………………

Straatnaam + nr. :………………………

Postcode :…………………….. Plaats:…………………………..

Telefoonnummer(s) :……………………………………………………….


Indien van toepassing:


(Tussen)opslaglocatie

Straatnaam + nr. :………………………

Postcode :…………………….. Plaats:…………………………

Telefoonnummer (s) :………………………


Locatie verkooppunt

Straatnaam +nr. :………………………

Postcode :…………………….. Plaats:…………………………

Telefoonnummer (s) :………………………


Aankruisen indien er meerdere verkooppunten zijn. Voeg een aparte adressenlijst als bijlage bij.

Diervoeder


Activiteiten

Producten

Bulk



□ Inkoop - verkoop

□ Transport (uitbesteed)

□ Opslag (uitbesteed)

□ Voedermiddelen *


□ Mengvoeders *


Verpakt diervoeder

□ Inkoop - verkoop

□ (Tussen)opslag (eigen beheer)

□ Opslag verkooppunt

□ Opslag (uitbesteed)

□ Opnieuw verpakken

□ Transport(eigen beheer)

□ Transport (uitbesteed)

□ Voedermiddelen *


□ Mengvoeders *


□ Aankruisen indien er ook niet-GMP+ geborgd diervoeder verhandeld wordt. Voeg een aparte lijst met activiteiten en type producten als bijlage bij.

Overige producten

Let op: deze producten mogen geen nadelig invloed hebben op het diervoeder


Activiteiten

Producten


□ Inkoop-verkoop

□ (Tussen)opslag (eigen beheer)

□ Opslag verkooppunt

□ Transport (eigen beheer)

□ Kunstmest

□ Diergeneesmiddelen

□ ………………………

□ ………………………

*: De specificaties van deze diervoeders worden beschreven op de verpakking of op begeleidende documenten (bij bulkproducten)

Datum:…………………………….. Handtekening :…………………………….

REGISTRATIEFORMULIER 2: KLACHTEN REGISTRATIEFORMULIER

Nummer : …………..

Afzender: ………………………………………………….. Datum: …………………..……............

__________________________________________________________________________

Naam afnemer - leverancier : ………..…..…………..….............................................................

Contactpersoon : ..…………..…..................................................................................................

Functie: …………………………….. Tel: …………………............................................................

____________________________________________________________________________

KLACHTOMSCHRIJVING Intern / Extern

……………………………………………………………………………………………..………………...

……………………………………………………………………………………………..………………...

……………………………………………………………………………………………..………………...

……………………………………………………………………………………………..………………...

Heeft betrekking op afdeling : ……………………………………………………………………………..

Dossiernummer : ………………………………………………………………………..............................

Geregistreerde datum in klachtenregister : …….…...............………………..……..…........................

Initialen voor ontvangst klachtenregistratieformulier :..…...............………………..……..…................

Actie te ondernemen door : ..………………………………………..…………………..………….............

Afdeling : ……… ……………………………………………….........…………..……..……………………..

________________________________________________________________________________

BESCHRIJVING VAN ONDERNOMEN ACTIE

……………………………………………………………………………………………..………………………

……………………………………………………………………………………………..………………………

……………………………………………………………………………………………..……………………...

Datum voltooiing actie : ……….....................……………………………………..………………………..…

Datum rapportage actie aan afnemer : .....................…………………………………………………..…..

Initialen : ……….....................……………………………………..............................................................

_________________________________________________________________________________

Archiveringsdatum klachtenregister: ……………………….....................…………....................................

Initialen voor ontvangst: ………………………………..........…………..……..….........................................

REGISTRATIEFORMULIER 3: EWS MELDINGSFORMULIER

U dient het formulier digitaal in te vullen via deze LINK.

De tijdige en volledige melding van overschrijding van de maximale toegestane norm(en) van ongewenste stoffen in diervoeder, is van groot belang. In de praktijk kan het soms lastig blijken om het EWS meldingsformulier volledig in te vullen bij de eerste melding, omdat niet alle noodzakelijke details beschikbaar zijn. De eerste melding dient in dat geval ten minste de gegevens te bevatten die onmisbaar zijn voor een juiste eerste beoordeling van het incident. Vervolgens dient de deelnemer de ontbrekende gegevens zo snel mogelijk aan te vullen en te versturen.

REGISTRATIEFORMULIER 4: VRAGENLIJST INTERNE AUDIT EN VERIFICATIE

Dit formulier moet eenmaal per 12 maanden ingevuld worden.

Wanneer u bij één of meerdere vragen "nee" heeft ingevuld, moet u na een maand de vragenlijst weer invullen.

Datum:

Vraag

Voorwaarden beschreven in:

Ja/ Nee / n.v.t.

Te nemen maat­regel bij afwijking


HACCP systeem voorwaarden




1. Zijn de activiteiten omschreven, zie registratieformulier 1?

§ 3.1.1



2. Is er een handboek aanwezig met de volgende procedures:

□ Documentatie en registratie

□ Identificatie en registratie

□ Klachtenregistratie

□ Early Warning System

□ Terugroepen van diervoeders

□ Verificatie

§ 3.2



3. Zijn alle documenten en registraties bijgehouden en gearchiveerd voor minimaal 3 jaar?

□ Controles en inspecties

□ analyses en certificaten

□ vergunningen, registraties en erkenningen

§ 3.2.1



4. Zijn de gegevens van alle leveranciers + diervoeders in de administratie opgenomen?

□ n.a.w. gegevens

□ datum levering

□ soort diervoeder, samenstelling

□ hoeveelheid

□ gebruikt transport

□ chargenummer, indien van toepassing (referentienummer, batchnummer, lotnummer)

§ 3.2.2



Vraag

Voorwaarden beschreven in:
Ja/ Nee / n.v.t.

Te nemen maat­regel bij afwijking

5. Zijn in geval van opnieuw verpakken alle gegevens van de diervoeders in de administratie aanwezig?

□ Datum van aanbreken zak

□ Soort diervoeder

□ chargenummer, indien van toepassing (referentienummer / batchnummer/ lotnummer)

§ 3.2.2



6. Wordt voldoende inspanning geleverd om de gegevens van de professionele veehouders te registreren?

□ n.a.w. gegevens, telefoonnummer en UBN nummer

□ datum van aflevering

□ soort diervoeder

□ hoeveelheid

□ chargenummer, indien van toepassing (referentienummer / batchnummer/lotnummer)

□ transporteurs

§ 3.2.2



7. Is een systeem opgezet voor de registratie en behandeling van klachten of calamiteiten?

□ registratie van klachten en getroffen acties
(registratieformulier 2)

□ overleg met leverancier (inclusief terugkoppeling over de afronding van de melding)

□ indien noodzakelijk melding bij de bevoegde autoriteit

§ 3.2.3



8. Is een schriftelijk recall-plan beschikbaar en bevat deze de minimum voorgeschreven elementen?

□ Informatie leveren over de afnemers (o.a. UBN nummers)

□ De klant onmiddellijk informeren

Zie Appendix 1 voor verdere invulling

§ 3.2.4



9. Verificatie (zie aan het eind van deze vragenlijst. Conclusie vastleggen).

□ Wordt deze vragenlijst minimaal eenmaal in de 12 maanden ingevuld?

§ 3.3



ALGEMENE VOORWAARDEN




Personeel

10. Beschikken de tussenhandelaar en zijn medewerkers die werkzaamheden uitvoeren die van invloed kunnen zijn op de voederveiligheid over de nodige kennis, vaardigheden en vakbekwaamheid? Zie registratieformulier 5


§ 4.1



11. Is iedere medewerker schriftelijk op de hoogte gesteld van zijn taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden m.b.t. diervoederveiligheid? Zie registratieformulier 5

§ 4.1



Bedrijfsinrichting (alleen bij eigen opslag)

12. Wordt de kans op fouten (verwarring tussen verschillende producten), verontreiniging, kruisbesmetting, bederf en in het algemeen aantasting van de veiligheid en kwaliteit van de diervoeders zo veel mogelijk voorkomen?

□ Opslagruimte dient schoon, droog en in goede staat van onderhoud te zijn

□ Voldoende daglicht en/of kunstlicht

□ Adequate temperatuur i.v.m. condensvorming

□ Opslagruimte alleen toegankelijk voor geautoriseerde personen met toestemming

□ Ramen, deuren en andere openingen moeten ontoegankelijk zijn voor schadelijke organismen.

□ Plafonds: vuil ophoping, condens-, schimmelvorming en het loskomen van deeltjes worden beperkt.



§ 4.2





















Vraag

Voorwaarden

beschreven in:

Ja/ Nee / n.v.t.

Te nemen maat­regel bij afwijking

Vogels, huisdieren en ongedierte (alleen bij opslag in eigen beheer)

13. Wordt voorkomen dat huisdieren, vogels, ongedierte en insecten en hun uitwerpselen in contact komen met het diervoeder?

14. Is een ongediertebestrijdingsplan opgesteld? Zie registratieformulier 6



§ 4.3



§ 4.3



Reiniging en desinfectie (alleen bij opslag in eigen beheer)

15. Wordt een reinigingsprogramma ingevoerd voor de opslagruimten van het diervoeder en de ruimte waar het afval opgeslagen wordt? Zie registratieformulier 7.

16. Worden de sporen van reinigings- en desinfectiemiddelen zo klein mogelijk gehouden?


§ 4.4




§ 4.4



Afval en giftig materiaal (alleen bij opslag in eigen beheer)

17. Wordt afval en materiaal dat niet geschikt is als diervoeder afgezonderd en geïdentificeerd?


§ 4.5



PROCESBEHEERSING




18. Wordt een gevaren- en risicoanalyse uitgevoerd voor de bedrijfsprocessen en indien nodig corrigerende acties toegepast en geregistreerd?

§ 5.0



Inkoop

19. Wordt diervoeder uitsluitend van geregistreerde of erkende leveranciers ingekocht?

20.Wordt diervoeder uitsluitend van GMP+ erkende leveranciers ingekocht?


§ 5.1



Ontvangst van verpakte diervoeders op het eigen bedrijf




21. Worden uitsluitend verpakte diervoeders ontvangen die voldoen aan gestelde eisen zodat kwaliteitsverlies, kruisbesmetting en/of verontreiniging wordt voorkomen? (o.a. schone/onbeschadigde verpakking, voorzien van etiket, garantiedatum in orde)

§ 5.2



Retouren

22. Wordt goed om gegaan met mogelijke retouren? (beoordeling of retour mogelijk is, adequate opslag en registratie in registratieformulier 8).

§ 5.2.1



Opslag van verpakte diervoeders op het eigen bedrijf

23. Worden verpakte diervoeders zodanig opgeslagen dat ervoor gezorgd wordt kwaliteitsverlies, kruisbesmetting en/of verontreiniging te voorkomen? (first in-first out principe toepassen bij aflevering, diervoeder niet direct op de grond plaatsen, gescheiden diervoeder)

24. Wordt GMP+geborgd diervoeder apart opgeslagen van niet-GMP+ geborgd diervoeder?

Opslag bij derden van bulk en verpakt diervoeder

25.Beschikt het opslagbedrijf over een geldige registratie of certificatie (i.k.v. de DHV)?

Bulkopslag:

26. Beschikt het opslagbedrijf over een GMP+certificaat? (kopie van het certificaat in de administratie bewaren of voor de controle gebruik maken van de GMP+ International database)

Opslag verpakt diervoeder:

27. Is een overeenkomst getekend met het externe opslagbedrijf? Zie Voorbeeldovereenkomst (Appendix 2)



§ 5.3



Verkoop (incl. opnieuw verpakken en leveren)

28. Wordt diervoeder uitsluitend aan veehouders verkocht?

29. Worden producten opnieuw verpakt? Zo ja, zijn de etiketgegevens van het desbetreffende diervoeder beschikbaar voor inspectie?

30. Wordt voldaan aan aanvullende etiketteringsvoorwaarden uit TS 1.8 Etikettering (bijv. positieve declaratie)

31. Wordt diervoeder verkocht dat uitsluitend geschikt is voor een bepaald diersoort?

§ 5.4




Transport

Voor transport van verpakte diervoeders in eigen beheer

Is te allen tijde de laadruimte schoon en droog?

32. Wordt bij gecombineerde ladingen van diervoeder en andere producten / materialen kruisbesmetting voorkomen?

Voor storage van bulk en verpakte diervoeders door derden:

33. Beschikt de transporteur over een geldige registratie of certificatie (i.k.v. de DHV)?

Bulk transport door derden:

33. Beschikt de transporteur over een GMP+certificaat? (kopie van het certificaat in de administratie bewaren of voor de controle gebruik maken van de GMP+ International database)

Transport van verpakt diervoeder:

34. Is een overeenkomst getekend met het externe transportbedrijf? Zie Voorbeeldovereenkomst (Appendix 3).




§ 5.5.1









§ 5.5.2



35. Worden alle typen onregelmatig­heden / afwijkende situaties ge­registreerd op registratie­formulier 8?




VERIFICATIE: Om de naleving van de voorwaarden in dit document te controleren, moet het gecertificeerde bedrijf het systeem verifiëren door middel van analyse en/of beoordeling via een interne audit Het bedrijf kan gebruik maken van registratieformulier 4 voor het uitvoeren van een dergelijke interne audit.

De verificatie (interne audit) moet minimaal één keer per 12 maanden worden uitgevoerd. Indien het antwoord op een van de vragen "nee" is, moet het gecertificeerde bedrijf corrigerende maatregelen nemen en de effectiviteit ervan controleren binnen een maand na de implementatie ervan. Deze werkwijze moet worden herhaald totdat volledig aan de voorwaarden wordt voldaan.

Conclusie: voldoet het voederveiligheidssysteem aan de voorwaarden? Zo niet: welke verbeteringen worden geïmplementeerd?

………………………………………………………………………………………………

………………………………………………………………………………………………

REGISTRATIEFORMULIER 5: OVERZICHT MEDEWERKERS

Datum:

Naam medewerker

Functie

Opleiding (kopie diploma bijvoegen)

Ervaring

(functie/jaren)

Taken, Verantwoordelijkheden Bevoegdheden

Paraaf voor gezien medewerker





T:

V:

B:







T:

V:

B:






T:

V:

B:






T:

V:

B:






T:

V:

B:









T:

V:

B:


REGISTRATIEFORMULIER 6: ONGEDIERTEBESTRIJDING

(Frequentie: …………… de frequentie kan o.a. bepaald worden op basis van factoren zoals hygi ëne niveau van de ruimten)

(bijvoegen plattegrond met genummerde plaatsen)

NAME VAN BEDRIJF / ORGANISATIE DIE ONGEDIERTEBESTRIJDING UITVOERT

NUMMER EN AARD VAN LOKDOZEN

Aard van lokdoos

R /M /FL Þ

Datum ß



1


2


3


4


5


6


7


8


9


10


11


12


13


14


15


..


..


..


..


..


















































































































































































































O = Opname en aangevuld (indien nodig)

- = Geen opname

R = Rat Naam van middel / werkzame stof………………………………………………

M = Muis Naam van middel / werkzame stof ………………………………………………

FL = Vliegend ongedierte Naam van middel / werkzame stof …………………………………….

BEVINDINGEN (RESULTATEN)GEBASEERD OP DE VORIGE KEER …………………………………………………………………………………………………………………………………………………

OPMERKINGEN EN ONDERNOMEN ACTIES

REGISTRATIEFORMULIER 7: REINIGING

(Dit formulier dient eenmaal per 4 maanden ingevuld worden)

Voorraadmagazijn / Verkoopplaats / Afvalopslag (omcirkel de optie die van toepassing is)



Object

Reinigings­methode*


Naam gebruikt middel (indien van toepassing)

Let op: volg de instructies op zoals op het etiket staat vermeld.

Frequentie (dagelijks, wekelijks, maandelijks, etc.)

Naam verantwoordelijke persoon / bedrijf / organisatie

Plafonds






Stellingen, rekken






Vloeren






Wanden







………






……….





* Reinigingsmethode: aangeven op welke wijze gereinigd is: droog / geveegd, water / hoge druk etc.

REGISTRATIEFORMULIER 8: AFWIJKENDE SITUATIES

Activeit *:

Datum

Omschrijving van afwijking

Verbetermaatregel / oplossing

Naam medewerker




































































*. Activiteit: geef aan bij welke activiteit de afwijking is geconstateerd.

Appendix 1: Recall plan

In het recall plan moeten de volgende elementen opgenomen te zijn. De volledigheid van het plan hangt af van de omvang van de organisatie.

  1. Redenen voor een recall actie;
  2. Verantwoordelijkheden en bevoegdheden van het gecertificeerde bedrijf en leverancier ;
  3. Verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de recall coördinator en indien van toepassing het recall team;
  4. Criteria voor de start en de beëindiging van een recall;
  5. Noodmaatregelen;
  6. Informatie aan het eigen personeel;
  7. Informatie extern: afnemers, ketenpartijen, Certificatie Instelling(en), brancheorganisaties, overheid, media, andere belanghebbenden;
  8. Voorbeeldteksten van persberichten, advertenties, waarschuwingen, brieven. Zie hieronder;.
  9. Checklijsten, Contactlijsten, lijsten van de media, lijsten van externe deskundigen;
  10. Registratie van gegevens en ervaringen;
  11. Rapportage en evaluatie;
  12. Nazorg.

Voorbeeldmodel recall bericht

(TITEL): “Naam van gecertificeerd bedrijf en/of leverancier” recall “productnaam”

“Naam van gecertificeerd bedrijf en/of leverancier” recall “productnaam” met uiterste verkoopdatum “datum”. Reden hiervoor is………..

Om risico’s te vermijden verzoeken wij u het desbetreffende artikel terug te brengen naar (één van de filialen van) “bedrijfsnaam”. U ontvangt bij teruggave het aankoopbedrag retour.

Voor nadere informatie kunt u contact opnemen met: “vermelding telefoonnummer(s)”

Wij danken u voor uw medewerking en bieden u onze excuses aan voor het ongemak.

“Bedrijfsnaam/bedrijfsgegevens”



Appendix 2: Voorbeeldovereenkomst Opslagbedrijf

Om de veiligheid van de geleverde dienst, de opslag van verpakte diervoeders te garanderen, verklaart het opslagbedrijf (naam, adres) dat:

  1. De diervoeders zoveel mogelijk volgens het FIFO-principe worden opgeslagen en geleverd. Zorg ervoor dat de datum van binnenkomst of een partijcode op de verpakking wordt vermeld, als de leverancier dit nog niet heeft gedaan;
  2. De diervoeders niet rechtstreeks op de grond worden geplaatst. In plaats daarvan gebruikt men pallets of stellingen;
  3. Diervoeders en niet-diervoeders, waaronder gewasbeschermingsmiddelen, reinigingsmiddelen, ongediertebestrijdingsmiddelen, meststoffen, kunstmest etc., gescheiden worden opgeslagen om kruisbesmetting te voorkomen.
  4. GMP+ geborgd diervoeder en niet-GMP+ geborgd diervoeder niet met elkaar in contact komen.
  5. Regelmatig visuele controle wordt uitgevoerd op:
    1. de verpakking. De verpakking moet schoon en intact zijn.
    2. de garantiedatum Het product is niet over de garantiedatum heen.
  6. Wanneer men niet aan bovengenoemde kwaliteitsaspecten voldoet, het gecertificeerde bedrijf (naam gecertificeerd bedrijf) hiervan zo snel mogelijk op de hoogte wordt gesteld;
  7. ………. (het gecertificeerde bedrijf kan beslissen over aanvullende voorwaarden).

Plaats en datum : …………………………..

Handtekening : …………………………..

Appendix 3: Voorbeeldovereenkomst transport¬-bedrijf

Om de veiligheid van de geleverde dienst te garanderen, verklaart de transporteur (naam, adres) dat, voordat de laadruimte wordt gebruikt voor het transport van verpakte diervoeders:

  1. Het laadcompartiment schoon en droog is;
  2. De laadruimte volledig leeg is en vrij van ladingsresidu en geuren van voorgaande ladingen;
  3. Indien de laadruimte niet voldoet aan de voorwaarden onder a en b, een passend reinigingsregime wordt uitgevoerd.
  4. Kruisbesmetting wordt voorkomen in geval van gecombineerde ladingen van diervoeders en andere producten/materialen;
  5. Wanneer men niet aan bovengenoemde kwaliteitsaspecten voldoet, het gecertificeerde bedrijf (naam gecertificeerd bedrijf) hiervan zo spoedig mogelijk op de hoogte wordt gesteld;
  6. …………… (het gecertificeerde bedrijf kan beslissen over aanvullende voorwaarden).

Plaats en datum : …………………………..

Handtekening : …………………………..

Feed Support Products

That was a lot of information to digest and one might ask, what is the next step? Luckily we can offer support for the GMP+ Community when doing this. We provide support by means of various tools and guidances but as each company has a shared responsibility to feed safety, and therefor tailor-made solutions cannot be offered. However, we do help by explaining requirements and provide background information about the requirements.

We have developed various supporting materials for the GMP+ Community. These include various tools, ranging from Frequently Asked Questions (FAQ) lists to webinars and events.

Supporting materials related to this document (Guidelines and FAQ’s)

We have made documents available which give guidance to the GMP+ requirements as laid down in the module GMP+ FSA and GMP+ FRA. These documents give examples, answers to frequently asked questions or background information.

Find our Feed Support Products here:

Guidelines

More information:

https://www.gmpplus.org/feed-certification-scheme/scheme-documents/support/