1. Scope van dit document

Dit document bevat minimumvoorwaarden voor monstername in het kader van GMP+ Feed Safety Assurance.

2. Voorwaarden voor monstername

In overeenstemming met de GMP+ principes is het de verantwoordelijkheid van het bedrijf om te bepalen dat representatieve monsters worden genomen in het kader van het managementsysteem voor voederveiligheid, met inbegrip van de naleving van de relevante wetgeving.

Het GMP+ gecertificeerde bedrijf moet monsternameprotocollen opstellen. De monsters moeten representatief zijn voor de desbetreffende partij.

In de monsternameprotocollen moeten de volgende onderwerpen aan bod komen:

2.1. Hoe neem je een monster?

Monsternamemethode voor verschillende soorten producten, met inbegrip van specifieke voorwaarden voor:

1. droge producten (bv. in bulk, in zakken), natte producten, vloeibare producten (bv. in tanks, in blikken), enz;
2. testen op stoffen die heterogeen / homogeen over de partij verdeeld zijn;
3. testen op microbiologische parameters.

2.2. Waar neem je een monster?

Het GMP+ gecertificeerde bedrijf moet bepalen waar in het proces representatieve monsters kunnen worden genomen.

2.3. Gebruikte uitrusting

1. Alle (automatische) uitrusting voor monstername, inclusief bijvoorbeeld monsterzakken of blikken, moet schoon, droog en vrij van productvreemde resten en geuren zijn;
2. zo nodig steriel;
3. de uitrusting en instrumenten voor monstername mogen geen invloed hebben op de representativiteit van het eindmonster / de eindmonsters, noch op de parameters die waarschijnlijk zullen worden geanalyseerd.

2.4. Aantal en omvang van de monster(s)*

1. Het bedrijf bepaalt het aantal en de grootte van het/de (onder)monster(s) om representatieve monsters van de hele partij te verkrijgen;
2. Het/de voor de totale partij representatieve (onder)monster(s) moet(en) grondig worden gemengd tot een bulkmonster in een ruimte die vrij is van elke mogelijke verontreiniging;
3. Het bulkmonster moet vervolgens worden verdeeld en verkleind tot de voor de eindmonsters vereiste hoeveelheid;
4. De omvang van het/de eindmonster(s) is (zijn) voldoende om als basismonster te dienen en om alle nodige analyses, inclusief eventuele heranalyses, uit te voeren.

2.5. Etikettering, verzegeling en registratie

1. Het monster moet zodanig worden geëtiketteerd en opgeslagen dat het tijdig kan worden teruggevonden en getraceerd tot de desbetreffende partij;
2. Voor elk monster moeten de volgende gegevens beschikbaar zijn:
   1. datum van monstername;
   2. identificatie van het product;
   3. identificatie van de partij;
   4. plaats van monstername.
      NB: bovenstaande informatie hoeft niet noodzakelijkerwijs op het etiket te staan, maar moet gemakkelijk beschikbaar zijn (bv. via streepjescode, QR-code, enz.).
3. Het monster moet verzegeld zijn om de integriteit van het monster te waarborgen.
   
   

2.6. Opslag

1. Het monster moet zodanig worden opgeslagen dat beschadiging en aantasting worden voorkomen;
2. Er moet een passende periode worden vastgesteld voor de opslag van de bewaarmonsters. Als de wetgeving een specifieke opslagperiode voor de bewaarmonsters voorschrijft, moet daaraan worden voldaan.

2.7. Monstername

1. De monstername moet worden uitgevoerd volgens de vastgestelde monsternameprotocollen. De monsternemer moet:
   1. opgeleid zijn om de vastgestelde monsternameprotocollen te begrijpen en naar behoren uit te voeren. Dit omvat kennis van de te bemonsteren producten en van het werken met de uitrusting voor monstername;
   2. in staat zijn de producten te bemonsteren volgens de vastgestelde monsternameprotocollen. Dit omvat toegang tot alle plaatsen waar monsters moeten worden genomen en vrij zijn van beïnvloeding die de representativiteit van het monster/de monsters kan beïnvloeden.
2. Monsters die zijn genomen volgens bekende en erkende normen voor monstername kunnen worden gebruikt als onderdeel van de borging van de voederveiligheid (GMP+ FSMS).

2.8. Overige voorwaarden

1. Het GMP+ gecertificeerde bedrijf borgt dat wordt voldaan aan relevante voorwaarden en criteria, die in dit document zijn vastgelegd en niet in de specifieke normen voor monstername zijn opgenomen;
2. Wanneer in de wetgeving of in andere delen van het GMP+ FC-scheme (bv. TS 1.7 Monitoring) specifieke monstername wordt vereist, moet aan deze voorwaarden worden voldaan. In geval van conflict prevaleren zij boven de voorwaarden in dit document;
3. Het GMP+ gecertificeerde bedrijf mag de monstername en opslag van de monsters uitbesteden. Gedocumenteerde informatie moet aantonen dat aan de in dit document gestelde voorwaarden wordt voldaan en dat deze voorwaarden worden gecontroleerd op naleving.

Feed Support Products

Feed Support Products

That was a lot of information to digest and one might ask, what is the next step? Luckily we can offer support for the GMP+ Community when doing this. We provide support by means of various tools and guidances but as each company has a shared responsibility to feed safety, and therefor tailor-made solutions cannot be offered. However, we do help by explaining requirements and provide background information about the requirements.

We have developed various supporting materials for the GMP+ Community. These include various tools, ranging from Frequently Asked Questions (FAQ) lists to webinars and events.