Afbeelding beeldlijn

MI5.4 GMO controlled

icon

Dit document is beschikbaar in 4 verschillende talen

Versie: 1 januari 2024

Download PDF

Inleiding

Als antwoord op de marktvraag naar non-GMO diervoeder binnen de Europese Unie (EU) heeft GMP+ International MI 5.4 GMO controlled gecreëerd. Dit om de diervoederbedrijven te faciliteren om te voldoen aan de voorwaarden van het marktinitiatief VLOG.

De perceptie van de consument speelt een belangrijke rol in de vraag naar non-GMO voedsel (en diervoeder). Op dit moment worden in de diervoedersector veel (inter-)nationale non-GMO normen toegepast. De Duitse VLOG-norm heeft een norm gesteld voor de voedsel- en diervoedersector binnen Europa. Daarom heeft GMP+ International ervoor gekozen om samen te werken met VLOG om, vooral in Europa, de vraag te kunnen faciliteren.

In diverse landen, waaronder Duitsland en Frankrijk, is wetgeving gepubliceerd om producten van dierlijke oorsprong (vlees / melk / ei) te etiketteren als non-GMO. Een dergelijke etikettering betekent ook dat er specifieke voorwaarden worden gesteld aan de keten stroomopwaarts, inclusief de diervoederindustrie. De voorwaarden voor de productie van non-GMO voedsel van dierlijke oorsprong vereisen het gebruik van GMO controlled diervoeder. Om diervoederleveranciers de mogelijkheid te bieden om GMO controlled diervoeder te leveren aan boeren die non-GMO eindproducten (vlees/melk/ei) leveren aan markten waar de wetgeving een dergelijke etikettering toestaat, is MI 5.4 GMO controlled ontwikkeld.

Verordeningen (EG) nr. 1829/2003 en 1830/2003

De VLOG-standaard is gebaseerd op de GMO-etiketteringsbepalingen van de Verordeningen (EG) 1829/2003 en 1830/2003. Verontreiniging met GMO's die in de EU wettelijk zijn toegestaan, vereist geen etikettering volgens de Verordeningen (EG) nr. 1829/2003 en nr. 1830/2003, op voorwaarde dat aan twee voorwaarden wordt voldaan:

  • De drempelwaarde van het GMO-gehalte van 0,9 % per voedermiddel wordt niet overschreden en
  • De aanwezigheid van het GMO-gehalte is "onvoorzien of technisch niet te voorkomen".

Verontreiniging met een goedgekeurd GMO-gehalte < 0,1% wordt over het algemeen als technisch onvermijdbaar of onvoorzien beschouwd. Verontreiniging in hoeveelheden van 0,1% tot 0,9% wordt als etiketteringsconform beschouwd, als het bedrijf organisatorische maatregelen heeft geïnstalleerd en aantoonbaar heeft geïmplementeerd om de introductie van GMO-materiaal te voorkomen.

Verband Lebensmittel ohne Gentechnik (VLOG)

VLOG - Verband Lebensmittel ohne Gentechnik (VLOG) biedt een non-GMO-standaard die voorwaarden bevat voor de productie van producten van dierlijke oorsprong zonder het gebruik van GMO-diervoederingrediënten. De VLOG-standaard ondersteunt de productiefaciliteiten bij de implementatie van de Duitse wettelijke voorwaarden voor non-GMO-etikettering en stelt uniforme controles voor certificeringsbedrijven vast. Deze is gebaseerd op de Duitse EG-wet inzake engineering (EG-GentDurchfG) en op de “BVL-Guideline for Monitoring GMOs in Feed”, versie 3 per 15 juli 2021 (Feed Guideline). GMP+ International werkte samen met VLOG aan MI 5.4 GMO controlled. De huidige MI 5.4 GMO Controlled is gebaseerd op de VLOG – ‘Ohne Gentechnik’ Production and Certification Standard version 23.01.

1. Scope van dit document

De voorwaarden voor de productie, de opslag, het transport en/of de handel in GMO controlled diervoeder dat voldoet aan de voorwaarden van de VLOG zijn in dit document opgenomen.

2. Normatieve verwijzingen

Dit Marktinitiatief (MI) document bevat de voorwaarden voor verantwoord diervoeder en diervoederdiensten. Dit MI-document moet altijd worden gebruikt in combinatie met de R5.0 Feed Responsibility Management Systems Requirements die de implementatie van een Feed Responsibility Management System (FRMS) garandeert. Het gecombineerde gebruik stelt een bedrijf in staat om verantwoorde diervoederproducten en diervoederdiensten te leveren in overeenstemming met het verzoek van het Marktinitiatief.

Zowel de R5.0 Feed Responsibility Management Systems Requirements als de documenten van het Marktinitiatief moeten worden beschouwd als een normatief onderdeel van de GMP+ FRA-module.

Dit document moet worden gebruikt:

  1. in aanvulling op de GMP+ FSA module;
  2. in combinatie met een gelijkwaardige voederveiligheidsnorm (zie TS1.2 Inkoop).

Opslag- en overslagbedrijven en transportbedrijven kunnen alleen gebruik maken van de MI 5.4 GMO controlled en R5.0 Feed Responsibility Management Systems Requirements in combinatie met GMP+ FSA-certificering voor respectievelijk de scopes op- en overslag en het transport.

2.1. Hoe dit document te lezen

MI 5.4 GMO controlled geeft alleen aanvullende voorwaarden op de voorwaarden van R5.0 Feed Responsibility Management Systems Requirements. Deze voorwaarden zijn relevant voor de scope van MI 5.4 GMO controlled.

De structuur van MI 5.4 GMO controlled volgt dezelfde structuur als R5.0 Feed Responsibility Management Systems Requirements. Alleen wanneer er een aanvullende voorwaarde is voor een bepaalde paragraaf van R5.0 Feed Responsibility Management Systems Requirements, is deze toegevoegd in MI 5.4 GMO controlled. Voor het gemak komen de nummering en de paragrafen van MI 5.4 GMO controlled overeen met de relevante paragrafen in R5.0 Feed Responsibility Management Systems Requirements. Deze aanvullende voorwaarden zijn afkomstig uit de VLOG-standaard.

3. Termen en Definities

Naast de in F0.2 Definitielijst genoemde termen en definities worden de volgende termen gebruikt:

Term

Beschrijving

Risicovol diervoeder

Diervoeder dat, op basis van de risicobeoordeling van het gecertificeerde bedrijf, een verhoogd risico op GMO-inhoud heeft.

Diervoeder dat vrijgesteld is van verplichte etikettering

Diervoeder dat, krachtens Verordeningen (EG) Nr. 1829/2003 of 1830/2003, niet onderworpen is aan verplichte etikettering als genetisch gemodificeerd.

Diervoeder dat onderworpen is aan verplichte etikettering

Diervoeder dat, krachtens Verordeningen (EG) Nr. 1829/2003 of 1830/2003, geëtiketteerd moet worden als genetisch gemodificeerd.

GMOs

Genetisch gemodificeerde organismen: volgens Verordening (EG) Nr. 2001/18 zijn dit organismen waarin het genetische materiaal is gemodificeerd door middel van moleculair biologische methoden op een manier die natuurlijk niet mogelijk is door middel kruising en / of hercombinering.

GMO controlled diervoeder

Diervoeder dat wordt geproduceerd, opgeslagen, verhandeld en / of getransporteerd in overeenstemming met de voorwaarden van deze GMP+ MI 5.4 GMO controlled standaard.

Mobiele maal- en mengfaciliteiten

Productie van diervoeder met behulp van mobiele uitrusting. Deze mobiele uitrusting wordt gebruikt op de locatie van de veehouder om verschillende soorten diervoeder te malen en/of mengen.

Niet-conforme producten

Diervoeder dat onderworpen is aan verplichte markering krachtens (EG) Nr. 1829/2003 of 1830/2003

4. GMO controlled

4.1. Feed Responsibility Management System

Naast de voorwaarden in dit document moet het gecertificeerde bedrijf ook voldoen aan de voorwaarden die worden genoemd in R5.0 Feed Responsibility Management Systems Requirements.

4.1.1. Bepaling van de scope van het Feed Responsibility Management System

Het gecertificeerde bedrijf bepaalt en documenteert welke voedermiddelen, toevoegings­middelen, voormengsels en/of mengvoeder vallen binnen de scope van het management system.

R5.0 Feed Responsibility Management Systems Requirements vereist dat er een supply chain model wordt opgenomen in de documentatie. Dit is niet van toepassing, omdat segregatie het enige supply chain model is dat gebruikt kan worden in MI 5.4 GMO controlled.

4.2. Basisvoorwaardenprogramma's (PRP’s)

Deze voorwaarden zijn in aanvulling op R5.0 Feed Responsibility Management Systems Requirements.

4.2.1. Personeel

Het gecertificeerde bedrijf voert ten minste eens per jaar een relevante training uit en in ieder geval voordat de relevante werknemer begint met de activiteiten die van invloed kunnen zijn op GMO controlled diervoeder.

4.2.2. Traceerbaarheidssysteem

Het gecertificeerde bedrijf heeft een schriftelijke recall procedure die gebruikt kan worden binnen het kader van de afhandeling van positieve resultaten en klachten.

4.3. Risicobeoordeling

Deze voorwaarden zijn in aanvulling op R5.0 Feed Responsibility Management Systems Requirements.

4.3.1. Aanvullende voorwaarden voor handel

Voedermiddelen kopen van een niet-gecertificeerde leverancier en dit verkopen als GMO controlled voedermiddel is alleen toegestaan indien genetische modificatie technisch kan worden gedetecteerd in het voedermiddel door middel van PCR-analyses. In dat geval moet het gecertificeerde bedrijf ook voldoen aan de voorwaarden in § 4.3.2.

Het VLOG document “Suitability of GMO Analysis for Feed, Raw Materials and Food” is beschikbaar op de homepage van VLOG (onder “Feed Manufacturing, Logistics and Matrix Organisation/‘‘Further Documents/Instructions/Tools” (https://www.ohnegentechnik.org/en/for-businesses/standards/the-vlog-standard) ter ondersteuning van de diervoederindustrie. Dit document biedt een overzicht van voedermiddelen waarin GMO’s wel en niet geanalyseerd kunnen worden met behulp van PCR-analyses. Indien GMO’s niet waarneembaar zijn in een voedermiddel, dan hoeft het voedermiddel niet geanalyseerd te worden op GMO’s. Bij twijfel over de afwezigheid van GMO’s in een voedermiddel, kunnen analyseresultaten worden opgevraagd bij de leverancier van de grondstof (geen voorwaarde). Deze informatie kan gebruikt worden voor het opstellen van de risicobeoordeling (zie § 4.3.2 hieronder).

4.3.2. Aanvullende voorwaarden voor productie

Het gecertificeerde bedrijf is verplicht om per individuele partij een specifieke risicobeoordeling te maken van risicovolle/niet-risicovolle voedermiddelen die gebruikt worden binnen de scope van GMO controlled diervoeder.

Een “Assessment Aid – At Risk Feed” is beschikbaar op de homepage van VLOG (onder “Feed Manufacturing, Logistics and Matrix Organisation/Further Documents/Instructions/Tools” https://www.ohnegentechnik.org/en/for-businesses/standards/the-vlog-standard ) om de diervoederindustrie te ondersteunen. Dit document bevat een tabel met een overzicht van waar het telen van genetisch gemodificeerde planten is toegestaan en daarmee mogelijk een gebied met risicovol diervoeder is.

Volgens de VLOG standaard, zijn veehouderijen verplicht om diervoeder dat de volgende voeder­middelen bevat, te classificeren als “risicovol”: soja, maïs *, raapzaadolie en katoen. Suikerbiet dient onder bepaalde omstandigheden te worden beschouwd als “risicovol”. Deze omstandigheden worden uitgelegd in “Part E: Agriculture” (Hoofdstuk E § 4.2) van de VLOG Ohne Gentechnik standaard, beschikbaar op de VLOG Homepage (https://www.ohnegentechnik.org/en/for-businesses/standards/the-vlog-standard (meest recente versie)).

*Gedroogde maïs kan worden beschouwd als ‘niet-risicovol’ wanneer het afkomstig is uit specifieke regio’s. Deze specifieke regio’s zijn beschreven in Part E: Agriculture (Hoofdstuk E § 4.2) van de VLOG Ohne Gentechnik standaard beschikbaar op de homepage van VLOG https://www.ohnegentechnik.org/en/for-businesses/standards/the-vlog-standard (meest recente versie).

4.4. Inkoop

Deze voorwaarden zijn aanvullend op R5.0 Feed Responsibility Management Systems Requirements.

4.4.1. Selectie van leveranciers

Het gecertificeerde bedrijf moet diervoeder en / of diensten afnemen van een leverancier in overeenstemming met de volgende specificaties:

Inkoop van

Geaccepteerde certificaten:

Aanvullende voorwaarden

Mengvoeder

GMP+ GMO controlled

De activiteit productie van of handel in mengvoeder moet worden opgenomen in de scope van het certificaat van de leverancier.

VLOG – ‘Ohne Gentechnik’ Production and Certification Standard

OQUALIM-STNO Technisch Platform “GMO-free feed”

Certificaten die door VLOG als gelijkwaardig worden geaccepteerd

Indien de mengvoeders (door het gecertificeerde bedrijf) worden gebruikt als ingrediënt voor de productie van diervoeder, is het toegestaan een leverancier te kiezen die niet is gecertificeerd voor de hierboven genoemde geaccepteerde certificaten.

Zolang het gecertificeerde bedrijf een bevestiging van de leverancier heeft van de GMO-vrije status van de ingekochte mengvoeders en voldoet aan de voorwaarden van deze norm (met name aandacht voor monitoringsvoorwaarden).

Voormengsels

GMP+ GMO controlled

De activiteit productie van of handel in voormengsels moet worden opgenomen in de scope van het certificaat van de leverancier.

VLOG – ‘Ohne Gentechnik’ Production and Certification Standard

Certificaten die door VLOG als gelijkwaardig worden geaccepteerd

Indien de voormengsels (door het gecertificeerde bedrijf) worden gebruikt als ingrediënt voor de productie van diervoeder, is het toegestaan een leverancier te kiezen die niet is gecertificeerd voor de hierboven genoemde geaccepteerde certificaten.

Zolang het gecertificeerde bedrijf een bevestiging van de leverancier heeft van de GMO-vrije status van de ingekochte voormengsels en voldoet aan de voorwaarden van deze norm (met name aandacht voor monitoringsvoorwaarden).

Toevoegingsmiddelen

GMP+ GMO controlled

De activiteit productie van of handel in toevoegingsmiddelen moet worden opgenomen in de scope van het certificaat van de leverancier.

VLOG – ‘Ohne Gentechnik’ Production and Certification Standard

Certificaten die door VLOG als gelijkwaardig worden geaccepteerd

Indien de toevoegingsmiddelen (door het gecertificeerde bedrijf) worden gebruikt als ingrediënt voor de productie van diervoeder, is het toegestaan een leverancier te kiezen die niet is gecertificeerd voor de hierboven genoemde geaccepteerde certificaten.

Zolang het gecertificeerde bedrijf een bevestiging van de leverancier heeft van de GMO-vrije status van het ingekochte diervoeder en voldoet aan de voorwaarden van deze standaard (met name aandacht voor monitoringsvoorwaarden).

Voedermiddelen

GMP+ GMO controlled

De activiteit productie van of handel in voedermiddelen moet worden opgenomen in de scope van het certificaat van de leverancier.

VLOG – ‘Ohne Gentechnik’ Production and Certification Standard

OQUALIM-STNO Technisch Platform GMO-free feed”

Certificaten die door VLOG als gelijkwaardig worden geaccepteerd

Het is toegestaan een leverancier te kiezen die niet gecertificeerd is voor de bovenvermelde geaccepteerde certificaten.

Opmerking: het kopen van voedermiddelen van een niet-gecertificeerde leverancier en het verkopen/gebruiken ervan als GMO controlled voedermiddel is alleen toegestaan indien de genetische modificatie technisch kan worden aangetoond in het voedermiddel door middel van PCR-tests. (zie § 4.3.2)

Zolang het gecertificeerde bedrijf beschikt over een schriftelijke bevestiging van de leverancier van de GMO-vrije status van het ingekochte diervoeder en voldoet aan de voorwaarden in deze norm (met name aandacht voor monitoringsvoorwaarden).

In geval van handel in voedermiddelen: uiterlijk bij het sluiten van een koopovereenkomst moet het gecertificeerde bedrijf een schriftelijke bevestiging van de leverancier hebben dat de goederen niet onder de verplichte GMO-etikettering vallen (die partijspecifiek of voor een bepaalde periode moet zijn),

Op- en Overslag

GMP+ GMO controlled

De activiteit op- en/of overslag moet worden opgenomen in de scope van het certificaat van de leverancier.

VLOG – ‘Ohne Gentechnik’ Production and Certification Standard

Certificaten die door VLOG als gelijkwaardig worden geaccepteerd

Indien het gaat om de op- en overslag van verpakt GMO controlled diervoeder, is het toegestaan een leverancier te kiezen die niet gecertificeerd is voor de hierboven genoemde geaccepteerde certificaten.


Transport

GMP+ GMO controlled

De activiteit transport moet worden opgenomen in de scope van het certificaat van de leverancier.

GMP+ B4 Transport / TS1.9 Transportactiviteiten

VLOG – ‘Ohne Gentechnik’ Production and Certification Standard

Certificaten die door VLOG als gelijkwaardig worden geaccepteerd

Als uitzondering op de voorwaarde dat leveranciers met een geaccepteerd certificaat moeten worden geselecteerd, is het toegestaan een leverancier te selecteren die niet gecertificeerd is voor de hierboven genoemde geaccepteerde certificaten.

De inkoop van transport moet voldoen aan de voorwaarden zoals vermeld in TS1.2 Inkoop.

Indien het gaat om het transport van verpakt GMO controlled diervoeder, is het toegestaan een leverancier te kiezen die niet gecertificeerd is voor de hierboven genoemde geaccepteerde certificaten.


Productie of bewerking op contractbasis (met inbegrip van private labelling, mobiele maal- en mengfaciliteiten)

GMP+ GMO controlled

De activiteit productie van diervoeder moet worden opgenomen in de scope van het certificaat van de leverancier.

QQUALIM-STNO Technical Platform “GMO-free feed” wordt alleen geaccepteerd voor de productie van mengvoeder en voedermiddelen

OQUALIM-STNO Technical Platform “GMO-free feed”

VLOG – ‘Ohne Gentechnik’ Production and Certification Standard

Certificaten die door VLOG als gelijkwaardig worden geaccepteerd

De standaarden die VLOG heeft erkend als gelijkwaardig aan de VLOG – Ohne Gentechnik standard zijn beschikbaar op de VLOG homepage (onder “General and Certification / Further Documents / Instructions /Tools”. https://www.ohnegentechnik.org/en/for-businesses/standards/the-vlog-standard).

Diervoeder kan alleen worden gemarkeerd en verkocht als GMO controlled diervoeder door een bedrijf/locatie dat gecertificeerd is in overeenstemming met de voorwaarden in deze standaard.

De certificeringen waarnaar in bovenstaande tabel wordt verwezen, zijn uitsluitend gericht op de borging van de GMO controlled status van het diervoeder. Indien het GMP+ gecertificeerde bedrijf gebruik maakt van deze certificatie in combinatie met een diervoederveiligheidscertificatie (zoals de GMP+ FSA module), moet het bedrijf uiteraard ook de inkoopvoorwaarden volgen die gelden voor die diervoederveiligheidscertificatie.

4.4.2. Verificatie van inkomende producten en/of diensten

In geval van uitbesteding van activiteiten aan derden (bijvoorbeeld uitbesteding van opslag, transport of andere diensten) moet het gecertificeerde bedrijf:

  1. ervoor zorgen dat deze activiteit wordt ingekocht met inachtneming van de in § 4.4.1 genoemde inkoopvoorwaarden en;
  2. de derde partij schriftelijke instructies verstrekken om ervoor te zorgen dat aan de voorwaarden in dit document wordt voldaan.

    Aanvullende voorwaarden voor binnenkomende producten die worden gebruikt voorproductie

Voor ieder diervoeder dat is geclassificeerd als “risicovol” in de risicobeoordeling, is een bevestiging van de non-GMO status van de leverancier vereist. Dit kan plaatsvinden door middel van één of meer van de volgende voorbeelden:

  1. een geldig certificaat in overeenstemming met MI 5.4 GMO controlled (of gelijkwaardig) samen met een verklaring over de non-GMO status van de partij die wordt geleverd;
  2. een analyseresultaat in overeenstemming met de voorwaarden van MI 5.4 GMO controlled (of gelijkwaardig) die de non-GMO status van de partij die wordt geleverd bewijst;
  3. een aanvullende indicatie op de afleverbon die verklaart dat de producten vrijgesteld zijn van verplichte etikettering;
  4. een duidelijke contractuele overeenkomst met betrekking tot de levering van diervoeder, vrijgesteld van verplichte etikettering.

Daarnaast moet voor toevoegingsmiddelen en technische hulpstoffen, die verwerkt worden in GMO controlled mengvoeder en voedermiddelen, schriftelijk worden vastgelegd dat ze niet onderworpen zijn aan verplichte etikettering.

Het gecertificeerde bedrijf moet verifiëren of de binnenkomende goederen vrijgesteld zijn van verplichte etikettering in overeenstemming met Verordeningen (EG) 1829/2003 en 1830/2003.

Mengvoederproducenten kunnen de bovengenoemde voorwaarden toepassen op hun handelsactiviteiten.

4.5. De klant informeren

Deze voorwaarden zijn in aanvulling op R5.0 Feed Responsibility Management Systems Requirements.

4.5.1. De klant informeren over de status van het diervoeder

Een aanvullende optie voor het gecertificeerde bedrijf om aantoonbaar te informeren over de status van het diervoeder, is door de woorden “GMO controlled” te gebruiken voor de voedermiddelen en / of mengvoeder die geborgd zijn onder het GMP+ feed responsibility management system.

N.B.: Volgens de VLOG standaard voorwaarden eisen veehouderijen een verklaring van hun diervoederleveranciers over de non-GMO status van het diervoeder dat zij ontvangen.

Het systeem moet waarborgen dat voedermiddelen en / of mengvoeder die vallen onder de verplichte etikettering, geëtiketteerd zijn in overeenstemming met Verordeningen (EG) 1829/2003 of 1830/2003.

N.B.: Voor het gebruik van logo’s en handelsmerken, zie F0.1 Rechten en Plichten .

Het BVL-document “BVL-Guideline for Monitoring GMOs in Feed” versie 3 per 15 juli 2021 (Feed Guideline) geeft voorbeelden van situaties waarin de verplichte markering vereist is of niet. Deze richtlijn is beschikbaar op de homepage van VLOG (onder ‘General and Certification / Further Documents / Instructions/Tools’ https://www.ohnegentechnik.org/en/for-businesses/standards/the-vlog-standard) ter ondersteuning van de diervoederindustrie.

4.6. Verificatie

Deze voorwaarden zijn in aanvulling op R5.0 Feed Responsibility Management Systems Requirements.

4.6.1. Externe communicatie

Te nemen maatregelen als gevolg van de klacht kunnen ook het etiketteren en blokkeren van producten omvatten.

5. Supply chain modellen

Deze voorwaarden zijn in aanvulling op R5.0 Feed Responsibility Management Systems Requirements.

Alleen § 5.2.1 en § 5.2.2 van R 5.0 Feed Responsibility Management Systems Requirements zijn relevant en kunnen worden toegepast voor de scope van MI 5.4 GMO controlled.

5.1. Segregation

Voertuigen moeten aantoonbaar worden droog worden gereinigd na het vervoeren van grondstoffen in bulk of diervoeder dat is geëtiketteerd als genetisch gemodificeerd volgens Verordeningen (EG) Nr. 1829/2003 en 1830/2003.

Deze voorwaarde voor reiniging na transport van agrarische producten is reeds opgenomen in de GMP+ FSA certificatie.

6. Monstername en analyse

6.1. Algemeen

Monstername wordt uitgevoerd in overeenstemming met van toepassing zijnde EU-wetgeving en / of reeds geaccepteerde monsternamestandaarden.

Geaccepteerde monsternamestandaarden zijn bijvoorbeeld GAFTA en FOSFA.

6.2. Monitoring plan

6.2.1. Diervoeder waarin genetische modificatie niet kan worden gedetecteerd

Indien het gecertificeerde bedrijf alleen diervoeder gebruikt waarin, door technische beperkingen, genetische modificatie niet kan worden gedetecteerd door middel van PCR-testen, is bemonstering / GMO-analyse niet noodzakelijk. Dit moet worden geconcludeerd op basis van de risicobeoordeling.

Het VLOG document “Suitability of GMO Analysis for Feed, Raw Materials and Food” legt uit in welke producten GMO’s wel en niet kunnen worden gedetecteerd. Dit document is beschikbaar op de homepage van VLOG (onder ‘Feed Manufacturing, Logistics and Matrix Organisation / Further Documents / Instructions/Tools’ https://www.ohnegentechnik.org/en/for-businesses/standards/the-vlog-standard).

6.2.2. Diervoeder waarin genetische modificatie kan worden gedetecteerd

Het gecertificeerde bedrijf moet een monitoringplan hebben dat de bemonstering- en analyseprocedure beschrijft. Dit plan moet jaarlijks worden uitgevoerd.

Het monitoringplan moet ten minste het volgende bevatten:

  1. voorwaarden voor monsternemers;
  2. monsternamemethode
    1. te bemonsteren product;
    2. locatie van monstername;
    3. methode van het nemen van verzamelmonsters en bewaarmonsters;
    4. monstergrootte en aantal monsters;
    5. verzegeling en identificatie;
  1. opslagduur van monsters
  2. documentatie van monsters
  3. frequentie van monstername;
  4. naam van het door VLOG-erkende laboratorium dat wordt gebruikt voor analyse.
6.2.2.1. Voorwaarden voor monsternemers

De monsternemer voldoet aan de voorwaarden voor monsternemers, zoals vastgelegd in TS1.6 Monstername.

6.2.2.2. Opslagduur van monsters

De opslagduur van monsters komt overeen met het gebruik en de uiterste houdbaarheidsdatum van het bemonsterde product.

6.2.2.3. Monstername en Analysefrequentie

De frequentie van monstername en analyse is gebaseerd op de individuele risicobeoordeling van het gecertificeerde bedrijf en is in overeenstemming met de voorwaarden in Appendix 1. Voor iedere uitgaande partij wordt ten minste één monster genomen en bewaard.

Een handelaar kan gebruikmaken van representatieve monsters en analyseresultaten van de producent (leverancier).

Ieder eindmonster wordt geanalyseerd.

Tweede of derde analyses van de bemonsterde partij zijn toegestaan. Zie § 6.3 voor het geval twee testresultaten met verschillende conclusies worden verkregen voor één monster.

De auditor is bevoegd om aanvullende monsters te nemen en / of aanvullende GMO-analyses uit te voeren op risicogerichte basis of in verdachte gevallen.

6.2.2.4. Monstervoorbereiding en Analyse

Afhankelijk van de monstermatrix moeten telkens de volgende minimale hoeveelheden monstermateriaal volledig worden gemalen:

  1. diervoeder: min. 400 g, max. 1 kg, volledig gemalen;
  2. grondstoffen (onder andere hele maïs / maïskorrels, sojabonen of raapzaad / koolzaadkorrels ): ten minste 3000 korrels of ongeveer de respectievelijke bijbehorende hoeveelheid monstergrootte (maïs ten minste 1000 gr; soja ten minste 700 gr, raapzaad / koolzaad ten minste 60 gr), volledig gemalen.

De monstergrootte zoals vereist in MI 5.4 GMO controlled is groter dan de monstergrootte zoals vereist in GMP+ FSA certification zoals gedefinieerd in TS1.6 Monstername.

De analyse op GMO’s wordt uitgevoerd door een laboratorium dat erkend is door VLOG.

De lijst met door VLOG erkende laboratoria (“List of VLOG-recognized laboratories”) is beschikbaar op de homepage van VLOG (https://www.ohnegentechnik.org/en/for-test-laboratories/recognised-laboratories).

Wanneer een opdracht verstrekt wordt aan een laboratorium, moet de volgende informatie worden bijgesloten in de opdracht of overige documenten die hetzelfde effect hebben en vervolgens worden ingediend bij het laboratorium:

  1. volgorde van VLOG test (GMO-analyses) in overeenstemming met de VLOG-voorwaarden voor laboratoria zoals vastgelegd in de richtlijn voor VLOG-erkenning van laboratoria;
  2. samenstelling van het monster.

Als het product soja, maïs, raapzaad/koolzaad en / of rijst voedermiddel of ingrediënten bevat, moet worden aangegeven in welke vorm deze aanwezig zijn (bijvoorbeeld maïs als maïspulp, soja als soja extractieschroot) en de samenstelling van het mengvoeder.

De Richtlijn voor Laboratoria en GMO-tests is beschikbaar op de homepage van VLOG https://www.ohnegentechnik.org/en/for-businesses/standards/the-vlog-standard onder ‘Feed Manufacturing, Logistics and Matrix Organisation/Further Documents/Instructions/Tools).

In Appendix 1 van deze richtlijn wordt gespecificeerd welke GMO's worden opgenomen in de GMO-analyses die worden uitgevoerd door VLOG-erkende laboratoria.

6.3. Verwerking van analyseresultaten en te nemen maatregelen

6.3.1. Algemeen

Als voor één monster twee testresultaten met verschillende conclusies worden verkregen, moet de volgende procedure worden gevolgd, die leidt tot een definitieve conclusie:

  1. als de resultaten elkaar overlappen, rekening houdend met de uitgebreide meetonzekerheid, wordt de gemiddelde waarde van de twee testresultaten gebruikt;
  2. als de resultaten elkaar niet overlappen, rekening houdend met de uitgebreide meetonzekerheid, wordt een derde test van de partij voorgeschreven.

De interne auditor onderzoekt of de testresultaten correct zijn geëvalueerd en of de noodzakelijke (corrigerende) maatregelen correct zijn geïmplementeerd.

Het BVL-document "BVL-Guideline for Monitoring GMOs in Feed’ versie 3 per 15 juli 2021 (Feed Guideline) kan nuttig zijn bij de interpretatie van de analyseresultaten. Deze richtlijn is beschikbaar op de VLOG-homepage (https://www.ohnegentechnik.org/en/for-businesses/standards/the-vlog-standardonder ‘General and Certification/Further Documents/Instructions/Tools‘) om het diervoederbedrijf te assisteren.

Wanneer onjuist geëtiketteerd diervoeder in de handel worden gebracht, moeten de klanten en de Certificatie Instelling daarvan in kennis worden gesteld met ten minste de informatie zoals vermeld in Appendix 2.

6.3.2. Positieve testresultaten afhandelen

Het gecertificeerde bedrijf moet een systeem opzetten voor het afhandelen van positieve testresultaten. Dit moet passende maatregelen omvatten zoals het etiketteren/blokkeren van niet-conforme producten en een recall procedure.

De klant wordt (op verzoek) periodiek geïnformeerd over positieve testresultaten met betrekking tot de geleverde partijen en ontvangt een samenvatting of overzicht van de resultaten.

Positieve analyseresultaten moeten worden afgehandeld volgens onderstaande tabel.

Resultaat GMO-test

Evaluatie

Te nemen maatregelen

GMO niet verifieerbaar of

< 0.1% GMO

  • Diervoeder vrijgesteld van verplichte etikettering
  • Toegestaan voor gebruik als of in GMO Controlled diervoeder

Geen maatregelen nodig

≥ 0.1% ≤ 0.9% GMO

  • Diervoeder vrijgesteld van verplichte etikettering
  • Evaluatie per geval nodig

Het GMP+ gecertificeerde bedrijf moet:

- de bron van de verontreiniging onderzoeken;

- maatregelen nemen om de bron van de verontreiniging te verwijderen of te beperken;

- de leverancier(s), indien van toepassing, informeren met minimaal de informatie zoals vermeld in Appendix 2;

- de doeltreffendheid van de genomen maatregelen controleren, en

- het bewijs van de genomen maatregelen bewaren als gedocumenteerde informatie.

> 0.9% GMO

  • Diervoeder dat verplicht geëtiketteerd moet worden
  • Mag niet worden gebruikt als of in GMO Controlled diervoeder

Het GMP+ gecertificeerde bedrijf moet

- de klant(en) en indien relevant de leverancier(s) informeren met minimaal de informatie zoals vermeld in Appendix 2;

- het diervoeder blokkeren en terugroepen;

- de bron van de verontreiniging onderzoeken;

- maatregelen nemen om de bron van de verontreiniging te verwijderen of te beperken; en

- het bewijs van de genomen maatregelen bewaren als gedocumenteerde informatie.

Appendix 1 Monstername en Analyse

De onderstaande tabellen specificeren de monstername- en analysefrequentie voor GMO-controlled voedermiddelen, toevoegingsmiddelen, voormengsels en mengvoeder. De monstername- en analysefrequentie is alleen van toepassing op de producten die vallen onder de scope van deze standaard.

De monstername- en analysefrequentie wordt berekend op basis een droge stofgehalte van 88%.

De monstername- en analysefrequentie moet worden geïmplementeerd door gecertificeerde bedrijven die GMO-controlled voedermiddelen, toevoegingsmiddelen, voormengsels en / of mengvoeder produceren en / of verhandelen.

1. Producerende bedrijven

De tabel hieronder toont de monstername- en analysefrequentie voor gecertificeerde bedrijven die GMO controlled voedermiddelen, toevoegingsmiddelen, voormengsels en mengvoeder produceren.


Binnenkomende goederen

Uitgaande goederen

Productie­activiteit op locatie gecertificeerd bedrijf

- Voedermiddel

- Toevoegings­-

middelen

- Voormengsels

- GMO controlled voedermiddel*

- GMO controlled toevoegingsmiddel

- GMO controlled voormengsel

- GMO controlled mengvoeder

Productie volledig vrijgesteld van verplichte etikettering

1 monster & analyse van iedere partij van een risicovol voedermiddel, toevoegingsmiddel, voormengsel

˂ 10.000 t/jaar: 1 monster & analyse

≥ 10.000 tot 50.000 t/jaar: 2 monsters & analyses

≥ 50.000 tot 100.000 t/jaar: 4 monsters & analyses

≥ 100.000 tot 200.000 t/jaar: 6 monsters & analyses

≥ 200.000 tot 300.000 t/jaar: 8 monsters &analyses

Voor iedere extra 100.000 t (of een deel daarvan) /jaar: 2 extra monsters & analyses

Productie van GMO controlled diervoeder en non-GMO controlled diervoeder vallende onder verplichte etikettering

1 monster & analyse van iedere partij van een risicovol voedermiddel, toevoegingsmiddel, voormengsel

˂ 2.000 t/jaar: 1 monster & analyse

≥ 2.000 tot 5.000 t/jaar: 3 monsters & analyses

≥ 5.000 tot 10.000 t/jaar: 5 monsters & analyses

≥ 10.000 tot 50.000 t/jaar: 10 monsters & analyses

≥ 50.000 tot 100.000 t/jaar: 15 monsters & analyses

≥ 100.000 tot 200.000 t/jaar: 20 monsters & analyses

≥ 200.000 tot 300.000 t/jaar: 25 monsters & analyses

Voor iedere extra 100.000 t (of een deel daarvan) /jaar: 5 extra monsters & analyses

* Gecertificeerde bedrijven die alleen voedermiddelen produceren die niet vallen onder de verplichte etikettering, kunnen afzien van de bemonstering van uitgaande voedermiddelen indien corresponderende analyse is uitgevoerd op de binnenkomende goederen.

2A. Handelsbedrijven

De tabel hieronder toont de monstername- en analysefrequentie voor gecertificeerde bedrijven die handelen in GMO controlled diervoeder.

GMO controlled voedermiddelen en / of mengvoeder aanwezig op locatie gecertificeerd bedrijf

Bulk

Verpakt

Producten aanwezig op locatie gecertificeerd bedrijf en / of uitbestede opslaglocatie

Jaarlijks minimum aantal monsters & analyses voor uitgaand diervoeder


Alleen bulk GMO controlled diervoeder

˂ 10.000 t/jaar: 1 monster & analyse

≥ 10.000 tot 50.000 t/jaar: 2 monsters & analyses

≥ 50.000 tot 100.000 t/jaar: 4 monsters & analyses

≥ 100.000 tot 200.000 t/jaar: 6 monsters & analyses

≥ 200.000 tot 300.000 t/jaar: 8 monsters & analyses

Voor iedere extra 100.000t (of een deel daarvan) /jaar: 2 extra monsters & analyses

Geen (aanvullende) monstername en analyseren

Bulk GMO controlled diervoederen bulk diervoeder dat is vrijgesteld van verplichte etikettering

Bulk GMO controlled diervoederen bulk diervoeder dat valt onder verplichte etikettering en indien het gecertificeerde bedrijf niet weet welke producten aanwezig zijn op de uitbestede opslaglocatie

˂ 2.000 t/jaar: 1 monster & analyse

≥ 2.000 tot 5.000 t/jaar: 3 monsters & analyses

≥ 5.000 tot 10.000 t/jaar: 5 monsters & analyses

≥ 10.000 tot 50.000 t/jaar: 10 monsters & analyses

≥ 50.000 tot 100.000 t/jaar: 15 monsters & analyses

≥ 100.000 tot 200.000 t/jaar: 20 monsters & analyses

≥ 200.000 tot 300.000 t/jaar: 25 monsters & analyses

Voor iedere extra 100.000 t (of een deel daarvan) /jaar: 5 extra monsters & analyses

Geen (aanvullende) monstername en analyseren

2B. Handelsbedrijven die converteren naar GMO controlled voedermiddel

De onderstaande tabel is van toepassing op het gecertificeerde bedrijf zoals genoemd in § 4.3.1 hierboven, dat een voedermiddel koopt van een niet-gecertificeerde leverancier waarin genetische modificatie technisch kan worden gedetecteerd door middel van PCR tests, en deze voedermiddelen verkoopt als GMO controlled.


Binnenkomende goederen

Uitgaande goederen

Handelsactiviteit op locatie gecertificeerd bedrijf

Voedermiddel

GMO controlled voedermiddel

Alleen bulk GMO controlled voedermiddel dat is vrijgesteld van verplichte etikettering

1 monster & analyse van iedere partij risicovol voedermiddel

˂ 10.000 t/jaar: 1 monster & analyse

≥ 10.000 tot 50.000 t/jaar: 2 monsters & analyses

≥ 50.000 tot 100.000 t/jaar: 4 monsters & analyses

≥ 100.000 tot 200.000 t/jaar: 6 monsters & analyses

≥ 200.000 tot 300.000 t/jaar: 8 monsters & analyses

Voor iedere extra 100.000t (of een deel daarvan) /jaar: 2 extra monsters/analyses

Bulk GMO controlled voedermiddel en bulk diervoeder dat valt onder verplichte etikettering en indien van toepassing, bulk diervoeder dat vrijgesteld is van verplichte etikettering

1 monster & analyse van iedere partij risicovol voedermiddel

˂ 2.000 t/jaar: 1 monster & analyse

≥ 2.000 tot 5.000 t/jaar: 3 monsters & analyses

≥ 5.000 tot 10.000 t/jaar: 5 monsters & analyses

≥ 10.000 tot 50.000 t/jaar: 10 monsters & analyses

≥ 50,000 tot 100.000 t/jaar: 15 monsters & analyses

≥ 100.000 tot 200.000 t/jaar: 20 monsters & analyses

≥ 200.000 tot 300.000 t/jaar: 25 monsters & analyses

Voor iedere extra 100.000 t(of een deel daarvan) /jaar: 5 extra monsters/analyses

Risicovolle * voedermiddelen en rechtstreeks aan de klant geleverd

1 monster & analyse van iedere partij

Geen risicovolle *

Soja, raapzaad / raapzaadolie

maïs, suikerbieten of katoen rechtstreeks aan de klant geleverd.

1 monster & analyse ieder jaar

* gebaseerd op de individuele risicobeoordeling van het gecertificeerde bedrijf.

Appendix 2 Informeren van leverancier en klant

In het geval dat het gecertificeerde bedrijf zijn leverancier(s), klant(en) en Certificatie Instelling moet informeren (zie § 6.3), moet ten minste de informatie worden verstrekt zoals vermeld in onderstaande tabel.

Diervoeder

(precieze naam)


Mengvoeder Voedermiddel

Toevoegingsmiddel Voormengsel

Leverdatum

Identificatienummer partij

Nummer afleverbon,

indien van toepassing

Datum van afleverbon,

indien van toepassing

Datum monstername

Plaats monstername

Unieke monster identificatie (bijv MonsterID)

Datum van analyserapport

Soort met bevinding van GMO-inhoud (bijv. soja, maïs, …)

Analyseresultaat (PCR)

Soort:

GMO positief, >0.9%; exact value: %

waarvan Gebeurtenis 1 %

Gebeurtenis 2 %

Soort:

GMO positief, >0.9%; exacte waarde: %

Waarvan Gebeurtenis 1 %

Gebeurtenis 2 %

In het geval van mengvoeder: Soort met bevinding van GMO inhoud gedeclareerd als onderdeel van mengvoeder?

Ja

Indien gedeclareerd: Hoeveelheid van soort: %

Nee

Gekwantificeerde hoeveelheid van soort: %

Feed Support Products

That was a lot of information to digest and one might ask, what is the next step? Luckily we can offer support for the GMP+ Community when doing this. We provide support by means of various tools and guidances but as each company has a shared responsibility to feed safety, and therefor tailor-made solutions cannot be offered. However, we do help by explaining requirements and provide background information about the requirements.

We have developed various supporting materials for the GMP+ Community. These include various tools, ranging from Frequently Asked Questions (FAQ) lists to webinars and events.

Supporting materials related to this document (Guidelines and FAQ’s)

We have made documents available which give guidance to the GMP+ requirements as laid down in the module GMP+ FSA and GMP+ FRA. These documents give examples, answers to frequently asked questions or background information.

Where to find more about the GMP+ International Feed Support Products

Fact sheets

More information: Fact Sheets

Review fact sheets: GMP+ Portal