Afbeelding beeldlijn

TS1.4 Verboden Producten en Brandstoffen

icon

Dit document is beschikbaar in 3 verschillende talen

Versie: 1 januari 2022

Download PDF

1. Producten die niet in diervoeder mogen worden gebruikt

Producten die niet in diervoeder mogen worden gebruikt

Het GMP+ gecertificeerde bedrijf mag de in dit document genoemde producten niet gebruiken. Deze voorwaarden zijn van toepassing op alle gecertificeerde bedrijven, inclusief de bedrijven die buiten de Europese Unie zijn gevestigd.

Products not allowed to be used in feed

Beschrijving & Toelichting

Candida, eiwitproducten van de gist

Eiwitproducten verkregen uit op n-alkanen gekweekte gisten van de soort

“Candida”.

Champignon­voetjes, en

champignonmoes

Champignonvoetjes zijn producten van de champignonverwerkingsindustrie. Bij het mechanisch oogsten van champignons worden deze juist boven het compostbed afgesneden. Daarna worden de achterblijvende voetjes van de champignons uit het bed verwijderd en de compost afgevoerd of het bed gereedgemaakt voor een tweede of derde trek.


De intensieve teelt van champignons is gevoelig voor aantasting door onder meer schimmels, insecten en Clostridia en vergt toepassing van grondontsmetting en relatief veel gewasbeschermingsmiddelen, waaronder Prochloraz.


Voor champignonmoes wordt uitgegaan van dagverse champignonvoetjes. Bij het producerende bedrijf wordt de aanhangende compost door schudden en trillen zo goed mogelijk verwijderd. Daarna wordt het product vermoest en geënt (met melkzuurbacteriën) om een pH lager dan 4 te bereiken.

Deodistillaten

Deodestillaten afkomstig van chemische raffinage, zijn bijproducten van de deodorisatie van ruwe oliën die een chemische raffinage hebben ondergaan. Het productieproces van dit product wordt beschreven in het document “The safe feed application of deodistillates (cf. www.fediol.eu)

Deodestillaten afkomstig van chemische raffinage mogen niet worden gebruikt in diervoeders, tenzij ze zijn behandeld om ervoor te zorgen dat het gehalte aan contaminanten conform de specifieke voederveiligheidsnormen zijn en in het bijzonder voor:

  • dioxine en
  • pesticide residuen,
  • en polyaromatische koolwaterstoffen (PAK’s).

Deze deodestillaten, afkomstig uit chemische raffinage en behandeld, kunnen alleen op de markt worden gebracht na positieve vrijgave (TS1.7 Monitoring, Hoofdstuk 5).

Dierlijke eiwitten

Dierlijke eiwitten zoals vastgesteld in Verordening (EG) nr. 999/2001 (gewijzigd door 1292/2005, 163/2009, 56/2013 en 2021/1372).


Artikel 7

  1. Het aan herkauwers vervoederen van eiwitten die afkomstig zijn van dieren, is verboden.
  2. Het in paragraaf 1 genoemde verbod geldt ook voor andere dieren dan herkauwers en is beperkt tot het voeren van die dieren met producten van dierlijke oorsprong, in overeenstemming met Annex IV.


ANNEX IV

HOOFDSTUK I

Uitbreiding van het verbod uit Artikel 7(1)

In overeenstemming met Artikel 7(2), wordt het verbod uit Artikel 7(1) uitgebreid tot het vervoederen:

  1. aan herkauwers van dicalciumfosfaat en tricalciumfosfaat van dierlijke oorsprong en mengvoeders die deze producten bevatten;
  2. aan niet-herkauwende landbouwhuisdieren, met uitzondering van pelsdieren, van:
    1. verwerkte dierlijke eiwitten;
    2. bloedproducten;
    3. gehydrolyseerde eiwitten van dierlijke oorsprong;
    4. dicalciumfosfaat en tricalciumfosfaat van dierlijke oorsprong;
    5. diervoeders die de onder punten (i) tot en met (iv) genoemde producten bevatten.



HOOFDSTUK II

Afwijkingen van de verbodsbepalingen van artikel 7 (1) en in Hoofdstuk I

In overeenstemming met de eerste sub paragraaf van Artikel 7(3), zijn de verbodsbepalingen van Artikel 7(1) en in Hoofdstuk 1 niet van toepassing op het vervoederen aan:


  1. herkauwers van:
    1. melk, producten op basis van melk, melkderivaten, biest en biestproducten;
    2. eieren en eiproducten;
    3. van niet-herkauwers afkomstige gelatine en collageen;
    4. gehydroliseerde eiwitten afkomstig van :
      • delen van niet-herkauwers of
      • van huiden en vellen van herkauwers;
  1. mengvoeders die de onder (i) tot en met (iv) genoemde producten bevatten;


  1. niet-herkauwende landbouwhuisdieren van de volgende voedermiddelen en mengvoeders:
    1. gehydrolyseerde eiwitten afkomstig van delen van niet-herkauwers of van huiden en vellen van herkauwers;
    2. vismeel en vismeel bevattende mengvoeders die worden geproduceerd, in de handel gebracht en gebruikt overeenkomstig de in hoofdstuk III vermelde algemene voorwaarden en de in deel A van hoofdstuk IV vermelde specifieke voorwaarden;
    3. dicalciumfosfaat en tricalciumfosfaat van dierlijke oorsprong en dergelijke fosfaten bevattende mengvoeders, die worden geproduceerd, in de handel gebracht en gebruikt overeenkomstig de in hoofdstuk III vermelde algemene voorwaarden en de in deel B van hoofdstuk IV vermelde specifieke voorwaarden;
    4. van niet-herkauwers afkomstige bloedproducten en dergelijke bloedproducten bevattende mengvoeders, die worden geproduceerd, in de handel gebracht en gebruikt overeenkomstig de in hoofdstuk III vermelde algemene voorwaarden en de in deel C van hoofdstuk IV vermelde specifieke voorwaarden;


  1. aquacultuurdieren van verwerkte dierlijke eiwitten, andere dan vismeel, afkomstig van niet-herkauwers en mengvoeders die dergelijke verwerkte dierlijke eiwitten bevatten, die worden geproduceerd, in de handel gebracht en gebruikt overeenkomstig de in hoofdstuk III vermelde algemene voorwaarden en de in deel D van hoofdstuk IV vermelde specifieke voorwaarden;


  1. niet-gespeende herkauwers van melkvervangers die vismeel bevatten en die worden geproduceerd, in de handel gebracht en gebruikt overeenkomstig de in deel E van hoofdstuk IV vermelde specifieke voorwaarden;


  1. landbouwhuisdieren van voedermiddelen van plantaardige oorsprong en mengvoeders die dergelijke voedermiddelen bevatten, die met een insignificante hoeveelheid van niet-toegestane diersoorten afkomstige botfragmenten verontreinigd zijn. De lidstaten mogen van deze afwijking enkel gebruikmaken als zij vooraf een risicobeoordeling hebben uitgevoerd waaruit blijkt dat het risico voor de diergezondheid verwaarloosbaar is. Bij deze risicobeoordeling moet in ieder geval rekening worden gehouden met:
    1. de mate van verontreiniging;
    2. de aard en de bron van de verontreiniging;
    3. het beoogde gebruik van het verontreinigde voeder


  1. pluimvee van de volgende voedermiddelen en mengvoeders:
    1. verwerkte dierlijke eiwitten afkomstig van varkens en mengvoeders die dergelijke verwerkte dierlijke eiwitten bevatten, die worden geproduceerd, in de handel gebracht en gebruikt overeenkomstig de algemene voorwaarden van hoofdstuk III en de specifieke voorwaarden van hoofdstuk IV, paragraaf G
    2. verwerkte dierlijke eiwitten afkomstig van gekweekte insecten, en mengvoeders die dergelijke verwerkte dierlijke eiwitten bevatten, die worden geproduceerd, in de handel gebracht en gebruikt overeenkomstig de algemene voorwaarden van hoofdstuk III en de specifieke voorwaarden van hoofdstuk IV, paragraaf F;


  1. varkens van de volgende voedermiddelen en mengvoeders:
    1. verwerkte dierlijke eiwitten afkomstig van pluimvee en mengvoeders die dergelijke verwerkte dierlijke eiwitten bevatten, die worden geproduceerd, in de handel gebracht en gebruikt overeenkomstig de algemene voorwaarden van hoofdstuk III en de specifieke voorwaarden van hoofdstuk IV, paragraaf H;
    2. verwerkte dierlijke eiwitten afkomstig van gekweekte insecten, en mengvoeders die dergelijke verwerkte dierlijke eiwitten bevatten, die worden geproduceerd, in de handel gebracht en gebruikt overeenkomstig de algemene voorwaarden van hoofdstuk III en de specifieke voorwaarden van hoofdstuk IV, paragraaf F.

Het is verboden landdieren, met uitzondering van pelsdieren, te voederen met verwerkte dierlijke eiwitten die afkomstig zijn van dieren of delen van dieren van dezelfde diersoort.

Het is verboden gekweekte vissen te voederen met verwerkte dierlijke eiwitten die afkomstig zijn van gekweekte vis of delen van gekweekte vis van dezelfde soort.

Dierlijke vetten, afkomstig van categorie 1 en 2 materiaal

Vetderivaten afkomstig van gesmolten vet dat afgeleid is van categorie 1- en categorie 2-materiaal zijn niet toegestaan in diervoeder, cosmetische producten en geneesmiddelen.

Drainage vetten

Drainage vetten, eenmaal uit een gesloten systeem.

Mogelijke contaminatie met afvalwater of technische hulpstoffen kan niet worden uitgesloten.

Faecaliën, urine

Fecaliën, urine, en de door het leegmaken of verwijderen van het spijsverteringskanaal vrijgekomen inhoud daarvan, ongeacht de behandeling die zij hebben ondergaan of het mengsel waarin zij zijn verwerkt.

Gebruikte frituuroliën/gebruikte bak- en braadoliën (Used cooking oil, UCO)

  • Gebruikte vetten & oliën van huishoudens en restaurants (Horeca) (= keukenafval)
  • Gebruikte vetten & oliën uit de vleesverwerkingsindustrie.
  • Gebruikte plantaardige vetten en oliën, met uitzondering van:
    • niet-verhitte oliën die zijn teruggewonnen tijdens een productieproces, vb. de productie van lecithine;
    • Plantaardige oliën die in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 852/2004 door exploitanten van levensmiddelenbedrijven zijn gebruikt voor bereidingsdoeleinden en die niet in contact zijn geweest met vlees, dierlijke vetten, vis of waterdieren.

Hout, behandeld met houtconser­verings­middelen

Hout, met inbegrip van zaagsel of andere hout afgeleide producten, dat is behandeld met houtconserveringsmiddelen zoals gedefinieerd in

Bijlage V van Verordening (EU) nr. 528/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2012 betreffende het op de markt brengen van biociden

Huiden, behandeld met looistoffen

Met looistoffen behandelde huiden en afval daarvan.

Keukenafval en etensresten

Alle voedselresten, met inbegrip van afgewerkte bak- en braadolie, afkomstig van restaurants, cateringfaciliteiten en keukens, met inbegrip van centrale keukens en keukens van huishoudens;

Het is verboden landbouwhuisdieren, met uitzondering van pelsdieren met keukenafval en etensresten of met voedermiddelen die keukenafval en etensresten bevatten of daarvan afkomstig zijn te voederen.

Oliën teruggewon­nen uit gebruikte bleekaarde of ander filtermateriaal met actieve kool.

Teruggewonnen oliën uit gebruikte bleekaarde of ander filtermateriaal van zelfstandige raffinaderijen (stand-alone)

POME

(Palm Oil Mill Effluent; Sludge)

Pome is het afvalwater dat ontstaat bij de Palmoliefabrieken. Alle producten die daarvan worden afgeleid of worden geproduceerd op basis van POME zijn verboden.

Slib, uit de behandeling van stedelijk, huishoudelijk en industrieel afvalwater.

Alle afval dat is verkregen in diverse stadia van de behandeling van stedelijk, huishoudelijk en industrieel afvalwater zoals gedefinieerd in artikel 2 van Richtlijn 91/271/EEG (2) van de Raad, ongeacht de verdere behandeling van het afval en ongeacht de oorsprong van het afvalwater.


De term “afvalwater” heeft geen betrekking op “proceswater”, d.i. water uit onafhankelijke circuits in levensmiddelen- of diervoederbedrijven; deze circuits mogen uitsluitend worden gevuld met water; in de diervoeding mag uitsluitend gezond en schoon water worden gebruikt (als gespecificeerd in artikel 4 van Richtlijn (EU) 2020/2184. In de visserijsector mogen de circuits ook worden gevuld met schoon zeewater als gedefinieerd in artikel 2 van Verordening (EG) 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake levensmiddelenhygiëne.

Proceswater mag uitsluitend in de diervoeding worden gebruikt wanneer het materiaal van diervoeders of van levensmiddelen bevat en technisch vrij is van reinigingsmiddelen, ontsmettingsmiddelen of andere bestanddelen die niet zijn toegestaan in het kader van de diervoederwetgeving.

Stadsafval, vast

Vast stadsafval, bijvoorbeeld huishoudelijk afval.


De definitie “vast stadsafval” verwijst niet naar het keukenafval en etensresten, zoals gedefinieerd in Verordening (EG) nr. 1069/2009.

Verpakkingsmaterialen

Verpakkingen en delen van verpakkingen afkomstig van het gebruik van producten van de voedingsmiddelenindustrie.

Vetproducten uit biodieselproductie

  • Bijproducten van raffinage (zure oliën, destillaten van vetzuren en deodestillaten), die ontstaan tijdens de productie van biodiesel afkomstig van of met producten die zijn opgenomen in deze negatieve lijst
  • Glycerol, ontstaan tijdens de productie van biodiesel, afkomstig van of met producten die zijn opgenomen in deze negatieve lijst
  • Vetzuren met methylesters (ook wel vetmaterie (fatty matter) genoemd), gecollecteerd na de terugwinning van methanol bij de productie van biodiesel

Vetproducten die vrijkomen tijdens het reinigen van ...

  • Tankwagens
  • Binnenvaartschepen (‘slops’)
  • Opslagtanks (‘tank bottoms’)
  • Zeeschepen en kustvaarders

Vette bijproducten uit de oleochemische industrie

Vette bijproducten van de oleochemische industrie, geproduceerd op basis van of met producten die genoemd zijn in dit document (TS 1.4)..

Zaaizaad, plantgoed behandeld met

fytofarmaceutische producten

Na het oogsten met het oog op de bestemming ervan (voortplanting) met gewasbeschermingsmiddelen behandelde zaden en ander plantaardig teeltmateriaal, en de daarvan afgeleide bijproducten.

2. Verboden brandstoffen voor directe droging

De onderstaande brandstoffen zijn verboden voor gebruik bij directe droging van diervoeder.

Verboden brandstof

Beschrijving & toelichting

Autobanden

(Gebruikte) autobanden van auto’s, vrachtwagens e.d., volledig of geshredderd.

Gemengd stadsafval, gemengd industrieel afval en gedroogd zuiveringsslib

Gemengd stadsafval, gemengd industrieel afval en gedroogd zuiveringsslib zijn en blijven formeel afvalproducten (rapport “Refuse Derived Fuel; current practice and perspectives, 2003). Lidstaten van de EU kunnen slechts in speciale gevallen en voor specifieke doeleinden een vergunning voor het gebruik als brandstof afgeven. Deze afvalstoffen kunnen onbedoeld hoge gehalten aan persistente contaminerende stoffen bevatten. Het gebruik hiervan in een directe droger kan vanwege deze risico’s, maar ook vanuit een GMP-HACCP optiek niet worden getolereerd.

Hout, geconserveerd

Hout waarvan de levensduur is verlengd door het toevoegen door biociden of dat is behandeld met verf, beits, creosoot of Wolman zouten. Hout dat gehalogeneerde organische verbindingen of zware metalen bevat als gevolg van behandeling met houtbeschermingsmiddelen of coating.

Petcoke

(Petroleum coke)

Petcoke is een destillatieresidu uit de aardolieraffinage. Het is ongeschikt als brandstof voor direct gestookte drogers.

N.b: Petcokes mogen gebruikt worden als brandstof bij calcineringsprocessen ( > 850 °C). Voederveiligheidsrisico’s moeten beheerst worden en opgenomen worden in het HACCP-systeem. Het is belangrijk om bewijs van gecalcineerde temperaturen en analyse-resultaten van ongewenste stoffen (dioxinen, pcbs, zware metalen en PAKs) in eindproduct te documenteren.

Het stof dat door de verbrandingsgassen wordt meegevoerd en wordt opgevangen in de filters mag niet de bestemming diervoeder hebben.

Plastic

PVC / plastic, PET flessen etc.

Recycling-oliën (afgewerkte olie etc.)

Recycling-oliën (afgewerkte olie etc.) zijn vaak mengsels van onbekende herkomst en met onbekende samenstelling. Opzettelijke vermenging met brandbare chemische reststoffen is in het verleden regelmatig vastgesteld (o.a. TCR-affaire).

Recycling producten

Recycling producten. Hieronder vallen bijvoorbeeld verduurzaamd hout en sloophout. Ook plantaardige materialen die zijn bewerkt met conserveermiddelen, insecticiden of die gecontamineerd zijn met olie of chemicaliën (b.v. zaagsel).

Smeerolie, motorolie en hydraulische olie

Smeerolie, motorolie en hydraulische olie zijn niet bedoeld om als brandstof te worden gebruikt. Niet als zodanig en niet als “afvalolie”.

Feed Support Products

Feed Support Products

That was a lot of information to digest and one might ask, what is the next step? Luckily we can offer support for the GMP+ Community when doing this. We provide support by means of various tools and guidances but as each company has a shared responsibility to feed safety, and therefor tailor-made solutions cannot be offered. However, we do help by explaining requirements and provide background information about the requirements.

We have developed various supporting materials for the GMP+ Community. These include various tools, ranging from Frequently Asked Questions (FAQ) lists to webinars and events.

Feed Support Products (FSP)

Feed Support Products (FSP) provides valuable and up-to-date information about potentially high-risk feed. The products vary from flow charts of production processes including the risks (Risk Assessments) and studies on undesirable substances (fact sheets).

Where to find more about the GMP+ International Feed Support Products

Feed Support Products (FSP)

More information: https://fsd.gmpplus.org/pagina/6/fact-sheets.aspx/
Review fact sheets: GMP+ Portal